
Plekken langs de dijk die eenmaal waren doorgebroken, hadden verhoogde kans om het nogmaals te begeven. Veel wielen langs de Waal zijn ontstaan door de uitschurende werking van meerdere dijkdoorbraken. Twee voorbeelden.
Deze tekst maakt onderdeel uit van de special Verbeelding van de Waal, De Waal als natuurlijke en beteugelde rivier, thema Littekens in het landschap.
Dat een doorbraakplek ook later nog kwetsbaar kan zijn, komt doordat de grofzandige ondergronden gemakkelijk water doorlaten. De waterstroming neemt wat van de grondmassa mee en kan zo telkens weer de dijk ondermijnen. Vooral wanneer de herstelde dijk aan de landzijde was gelegd, was er kans op herhaling van de doorbraak. Aan deze kant lag namelijk een pakket zand dat bij de overstroming uit de kolk was gespoeld. Ook dit zand was goed doorlaatbaar en dus instabiel.
Deze kolk ligt in een gebied dat al eeuwenlang werd geplaagd door de langzaam naar het noorden schuivende Waal. De Verbugtskolk is een van de grootste overstromingskolken in het rivierengebied en is bij twee verschillende overstromingen ontstaan.
De eerste keer was in 1658. Direct langs het diepe water van de Waal lag een zogenaamde schaardijk, waardoor er minder ruimte was voor een piekafvoer. Plaatselijk bestond de ondergrond uit grof zand, afkomstig van vroegere rivierbeddingen. Deze dijk was daardoor bijzonder kwetsbaar voor ondermijning door het stromende water en had het in de voorgaande eeuw al meerdere keren begeven. Op 19 januari stond het water door aanhoudende regen erg hoog en een storm zorgde voor golfwerking tegen de dijk. Niet ver van de dorpskern begaf de dijk het. Het binnenstromende water schuurde een elf meter diep gat in de grond uit. De dijk werd opnieuw opgeworpen aan de landzijde van de kolk.
De tweede keer dat de dijk op deze plek doorbrak was in 1820, een rampjaar voor het hele rivierengebied. Na een strenge winter trad de dooi in en overal op de Waal ontstonden ijsdammen die het water opstuwden. De kwetsbare dijk bij Oosterhout, brak op meerdere plekken door, waarbij grote overstromingskolken ontstonden. Ook de dijk rond de kolk van 1682 begaf het. Er ontstond een nieuwe kolk die samenvloeide met de oudere. Zo ontstond de grote Verburgtskolk, vernoemd naar een boer die het grootste deel van zijn bedrijfsgebouwen had zien wegspoelen.
Het hoogwater had Oosterhout zwaar getroffen. Boerderijen waren weggespoeld, veel landbouwgrond was verloren gegaan en ook het Huis Oosterhout had het moeten ontgelden. Op de plek van de vroegere dijk lagen nu meerdere grote kolken. Op ruime afstand van de kolken werd een nieuwe rechte dijk aangelegd. Het dorp werd op een veiliger plek opnieuw opgebouwd, net als Huis Oosterhout. Wie nu door de uiterwaarden wandelt, ziet daar nog de sporen van het vroegere dorpsleven. Een pad met doornstruiken erlangs herinnert aan een oude dorpsweg; en grillige opeenhopingen van aarde zijn relicten van de schaardijk.
Een vergelijkbare situatie was er aan de zuidkant van de Waal iets ten noorden van Dreumel, waar zeker drie dijkdoorbraken zijn geweest. Het is niet bekend wanneer de eerste overstroming is geweest, maar bij de dijkdoorbraak in 1784 lagen er al wielen. Zowel in 1784 als bij de derde dijkdoorbraak in 1811 ontstonden er nieuwe kolken.
Na de derde overstroming werden de nieuwe dijk aan de landzijde gelegd, waardoor het complex aan wielen buitendijks kwam te liggen. Tegenwoordige vormen de wielen een fraai en waterrijk natuurgebied.
Vervolg: Wiel aan de Ronduit bij Bemmel
Overland, in opdracht van De Bastei, Nijmegen, CC-BY-SA
Verbeelding van de Waal
Landschap
1600-1700
Overbetuwe
Arnhem e.o.