Het huis te Loenen, of Loinen, zoals de archaïsche schrijfwijze luidt, dankt zijn naam waarschijnlijk aan zijn positie. Het woord Loenen, dat 'waterloop' betekent, wijst namelijk op de ligging van het huis naast een rivier.
De oorsprong van landgoed Loenen dateert al uit de Middeleeuwen. Het goed verdween echter drie keer van de aardbodem door oorlogen en dijkdoorbraken. Daarom stammen het huidige huis en de parkaanleg hoofdzakelijk uit de achttiende en negentiende eeuw.
Het in de veertiende of vijftiende eeuw gebouwde kasteel werd beschouwd als het sterkste slot van de Betuwe. Het tegenwoordige huis diende in de achttiende en negentiende eeuw als jachthuis voor de Von Quadt-Wickeradts. Aan beide zijden van de rechte oprijlaan ligt een parkaanleg, waarvan in het meest westelijke deel nog een geometrisch opgezet sterrenbos met centrale kom te herkennen is. De zuidvleugel van het huis bestaat uit een middenstuk met een breedte van drie traveeën, gedekt door een fronton. Later werden rechts en links hiervan de twee zijvleugels opgetrokken en werd aan de noordzijde de toren gebouwd, die de ingang werd. Bij de stenen trap van het huis houden twee heraldische leeuwen de wacht.