
In het oostelijk deel van het Gelders rivierengebied liggen in de late middeleeuwen zestien kastelen. De Betuwse geslachten Van Homoet en Van Heten spelen er een belangrijke rol. Oorlogen en overstromingen zorgen ervoor dat deze middeleeuwse burchten niet meer als bouwwerk bestaan; alleen zijn enkele in het landschap te herkennen. Op het terrein van kasteel Nijburg, ten oosten van Randwijk in de gemeente Overbetuwe, zijn de wallen en grachten nog zichtbaar. Zij laten zien hoe deze kastelen zich in de middeleeuwen beschermden tegen kanonvuur.
In 1372 staat vermeld dat Hendrik van Homoet heer is van de Nijerborch of Nijburg, wat ‘nieuwe burcht’ betekent. Dit geslacht dankt zijn naam aan het bezit van kasteel Homoet, dat bij Valburg op een strategische plaats aan de Linge ligt. Johan, de zoon van de toenmalige eigenaar Reinald van Homoet, krijgt in 1383 kasteel Nijburg met land bij Valburg als leen. Diens vrouw, Elisabeth van Bronckhorst, erft na het overlijden van haar man rond 1399 kasteel Nijburg. Haar zoon Hendrik van Homoet krijgt de burcht in 1402 in bezit. Hij verkoopt in 1486 het kasteel aan Oswald I van den Bergh. Deze raakt echter in conflict met hertog Karel van Gelre, die het bezit van Oswald verbeurd verklaart. In 1507 wijst Karel de inkomsten uit de Nijburg toe aan de slotvoogd van Wageningen, Albert van Ermell.
Kasteel Nijburg ligt aanvankelijk in de laaggelegen komgronden achter de oeverwallen langs de Nederrijn. De ligging is strategisch, want het Renkumse veer ligt dichtbij. Iets westelijker ligt het Lexkesveer, waar in de Romeinse tijd al een doorwaadbare plaats is. Zo ontwikkelt zich daar een belangrijke route van noord naar zuid. In de middeleeuwen verdiept de rivier zich en wordt een veer noodzakelijk. In de rekenboeken van de stad Nijmegen wordt al in 1426 melding gemaakt van “den veer tot lexkenshuys”. Het veer is gemeenschappelijk bezit geweest van Nijmegen en Wageningen. In een akte van 3 juni 1492 wordt melding gemaakt van een uiterwaard, gelegen bij “Leexken aen ’t veerstat”.
Hertog Karel laat tussen 1518 en 1522 kasteel Nijburg afbreken, omdat hij en slotvoogd Albert van Ermell de kloostermoppen van de burcht nodig hebben. Dit zijn bakstenen van groot formaat die vooral in de twaalfde en dertiende eeuw gebruikt worden. Ze zijn bestemd voor de bouw van een stadskasteel in Wageningen. Karel en Albert laten voor het afvoeren van de stenen zelfs een aparte weg aanleggen, die nog steeds de naam Steenkuil draagt.
Wageningen ligt op de Veluwezoom, strategisch langs de Rijn, en grenst aan het gebied Het Sticht van de bisschop van Utrecht. Hertog Karel strijdt op dat moment met de Bourgondische hertogen om de macht. In 1528 erkent Karel V hem als hertog van Gelre en mag hij het stadskasteel behouden.
In de zestiende eeuw verliezen kastelen steeds meer hun defensieve karakter en wordt het wooncomfort belangrijker. Toch zijn militaire versterkingen nog steeds nodig. Deze zijn rechthoekig en voorzien van aarden wallen. Ze krijgen de naam ‘blokhuis’ en een van de grootste verschijnt in Wageningen in 1526 in opdracht van hertog Karel van Gelre. Dit blokhuis heeft een omtrek van 75 bij 75 meter en voor de bouw ervan gebruikt de hertog kasteel Nijburg aan de overzijde van de Rijn als ‘steengroeve’.
Na de sloop van de Nijburg komt op het kasteelterrein een boerderij te staan. Afbeeldingen van het kasteel ontbreken, maar men weet dat in de late middeleeuwen rond de burcht dubbele grachten zijn aangelegd. Tussen de beide grachten verschijnt dan een hoge singelwal om het hoofdgebouw te beschermen.
In de negentiende eeuw beschrijft dominee O.G. Heldring de resten van het kasteel. Rond 1838 ziet hij nog muurwerk, resten van twee gebouwen aan weerszijden van een gracht, een kolossale poort en een grondverhoging waarop een molen zou hebben gestaan. Bovengrondse muren zijn tegenwoordig niet meer zichtbaar, maar er zijn wel kloostermoppen gevonden. In 1952 laat een van de eigenaren de wallen in de grachten schuiven. Na onderzoek door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek in 1986 wordt een gedeeltelijk herstel van de grachten en de wallen uitgevoerd, waarbij de toestand van vóór 1952 wordt hersteld.
Op de zuidelijke rand van het kasteelterrein staat sinds 1947 een boerderij. Het is nu een wandelgebied.
Bronnen:
Verder lezen:
Ben Boersema, CC-BY