Op de Veluwezoom langs de Rijn en grenzend aan Het Sticht van de bisschop van Utrecht ligt Wageningen. Deze plek is zo strategisch dat Karel van Gelre (1467-1538) er rond 1500 een stadskasteel laat bouwen. In de zeventiende eeuw komen er rond Wageningen steeds meer landgoederen en verandert het militaire stadskasteel in een mooi aangelegde buitenplaats.
Terwijl Karel van Gelre het kasteel van Wageningen laat bouwen, strijdt hij met de Bourgondische hertogen om de macht. Het lukt hem in 1528 door Karel V erkend te worden als hertog van Gelre en hij behoudt het kasteel. Vijftien jaar later komt Gelre echter in handen van de Habsburgers die een drost, een militair bevelhebber, over dit gebied aanstellen. Vanaf 1614 vervullen vier generaties uit het geslacht Torck de functie van drost.
Nadat Franse troepen het kasteel van Wageningen in 1672 verwoesten, verliest het zijn militaire betekenis. Het kasteel wordt verkocht aan leden van dezelfde familie Torck. Lubbert Adolf Torck, burgemeester van Wageningen, verhuurt het kasteel en ontwikkelt tegelijkertijd meerdere grote panden in de binnenstad van Wageningen. De laatste tien jaar van zeventiende eeuw verbouwt de familie Torck het kasteel op grote schaal. Rond een nieuwe woning worden tuinen en boomgaarden aangelegd.
In 1829 verkoopt een lid van de familie Torck het pand aan Marcus Rosenik, die het gebouw grotendeels laat slopen. Het voormalige stadskasteel wordt vervangen door een villa, die in 1894 de naam Villa Vada krijgt. Later wordt het bewoond door de families Bowles en Van der Heijden voordat in 1946 de gemeente Wageningen eigenaar wordt en er een politiebureau vestigt. Op het vroegere kasteelterrein met het Torckpark en het Bowlespark zijn nog resten van het stadskasteel te vinden. In de Villa Vada is nu het museum De Casteelse Poort gevestigd.
Bron:
Ben Boersema, Erfgoed Gelderland, CC-BY