"Weken van te voren was je al zenuwachtig, vooral voor 'Zwarte Piet' met zijn zak en roe. Al heb ik nooit meegemaakt dat er eentje in de zak terecht kwam. Op sinterklaasavond op 5 december zette je als kind de klomp met daarin een wortel of wat brood voor de schimmel. En er werden sinterklaasliedjes gezongen bij de kachel. Want de Sint op het dak kon het dan goed horen door de schoorsteen. Op 6 december als je opstond, lag er op tafel voor iedereen wat klaar. Er waren kledingcadeaus waar de meest mensen een hekel aan hadden, bijvoorbeeld een zelf gebreide borstrok, sokken of handschoenen, maar ook wel wat speelgoed. Vaak spul dat zelf gemaakt was, bijvoorbeeld ijzeren knikkers, een houten kar of een gebreide pop voor de meisjes. Op school werd er ook gevierd, liedjes zingen en vaak wat snoep, pepernoten of zo. Sinterklaas kwam vanzelf langs met zijn dikke boek."
Dit verhaal is onderdeel van de tentoonstelling 'Gelderse verhalen op reis'. De tentoonstelling is ontwikkeld naar een idee van Charlotte Reijngoudt-Giesbers, voorheen streektaalfunctionaris bij Gelders Erfgoed en is mogelijk gemaakt dankzij de bijdragen van de Provincie Gelderland, het Prins Bernhard Cultuurfonds en de medewerking van vele dialectsprekers in Gelderland.
Streektaal
Volkscultuur
1900-1950
Oude IJsselstreek
Volkscultuur
Achterhoek