Het verhaal van de spectaculaire ontvluchtingen uit Kamp Rees is tegelijkertijd het verhaal van mensen, die zich daar onder levensbedreigende omstandigheden voor hebben ingezet. Onder hen neemt ds. A.G.H. Kroneman een geheel eigen plaats in. Hij was belast met de geestelijke zorg voor de dwangarbeiders van Organisation Todt (OT) in de Achterhoek. Geconfronteerd met de afschuwelijke toestanden in Kamp Rees groeide de geestelijke zorg uit naar hulp in woord en daad.
Ds. Kroneman was in de loop van 1944 aangetreden als predikant van de Hervomde Gemeente van Westervoort die in november 1944 moest evacueren naar Hengelo. De classis Zutphen van de Nederlandse Hervormde Kerk stelde hem toen aan als geestelijk verzorger van de OT-arbeiders in de Achterhoek. Deze razziaslachtoffers werden aan weerszijden van de grens ingezet voor de aanleg van verdedigingswerken. De OT, zo genoemd naar haar oprichter Todt, was tijdens de oorlogsjaren uitgegroeid tot een monsterlijk, misdadig bouwbedrijf. Nota bene met bewapende (!) opzichters. Er was heel wat voor nodig om de ca. 700.000 arbeiders te huisvesten, te voeden en medisch te verzorgen.
Dat vroeg om moeilijkheden. Soms konden de dwangarbeiders, die meestal ongeschikt waren voor het hun opgedragen werk, bij burgers worden ondergebracht. Zij hadden in ieder geval te eten en een bed om in te slapen. Geheel anders was dat in de omgeving van het Duitse stadje Rees, waar een uiterst primitief kamp werd ingericht in een leegstaande dakpannen- fabriek. Kamp Rees werd militair bestuurd, er was onvoldoende eten en slapen moest men op de natte grond met wat stro er overheen. Het kamp bood 'onderdak' aan tweeduizend krijgsgevangenen en drieduizend Nederlandse dwangarbeiders. Het werd een beestenboel, ziekten braken uit en bij afwezigheid van sanitaire en medische voorzieningen liep het aantal sterfgevallen op tot zes - zeven per dag, waaronder ook slachtoffers van mishandelingen.
Ds. Kroneman en zijn Rooms-Katholieke collega Wielens niet minder, trokken zich het lot van de totaal verwaarloosde dwangarbeiders aan en probeerden samen met omwonenden aan beide zijden (!) van de grens in de ergste nood te voorzien. In februari 1945 krijgt ds. Kroneman eindelijk toegang tot het kamp. Hij ziet nu met eigen ogen tot welke graad van onmenselijkheid de kampleiding is vervallen. Er is maar één oplossing: het kamp ontruimen.
Daar werd intussen onder leiding van de heer Gerdjan Oorlog en de artsen Der Weduwen en Griethuysen met de nodige brutaliteit en vasthoudendheid aan gewerkt. In februari ‘45 konden de eerste 450 slachtoffers legaal worden afgevoerd naar noodhospitalen in de Achterhoek. Naast deze legale evacuaties uit het kamp werden er ook illegale ontvluchtingen georganiseerd, waarin ds. Kroneman een werkzaam aandeel had. Dick Verkijk, de chroniqueur van de Sinterklaasrazzia’s 1944, noteert dat ds. Kroneman op enig moment 'met 250 man tegelijk komt aanzetten'. Zijn laatste heldendaad is dat hij, één dag voor de bevrijding van het kamp, met een slachtoffer voor op een transportfiets de grens oversteekt, terwijl de kogels hem om de oren fluiten. Verkijk: 'Dat was ds. Kroneman uit Aalten'.
Lees ook het verhaal over de ontsnapping uit Kamp Rees.
C. Stam, CC-BY-NC