In het zuiden van de Gelderse Achterhoek ligt het dorp Megchelen, aan drie kanten omgeven door Duits grondgebied. In de late avond van december 1944 klopten twee haveloze mannen aan bij een huis in dit dorp, die vroegen om hulp en om eten. Ze vertelden dat ze uit kamp Rees waren ontsnapt.
Het kamp in Rees werd door de Duitsers opgericht om in de Rijnoever 'tankgrachten' te graven, waarmee ze de geallieerden tegen konden houden. Omdat ze hiervoor arbeiders nodig hadden, werden in november en december 1944 in verschillende Nederlandse steden - onder andere Haarlem, Den Haag en Apeldoorn - razzia's gehouden. Een dakpannenfabriek in Rees moest als verblijfplaats dienen. In Megchelen besloot een aantal jonge mannen om tot actie over te gaan. Ze maakten contact met de dwangarbeiders. Onder dekking van de diepe duisternis werden deze door de dorpsbewoners naar Megchelen gesmokkeld. De uitgeputte arbeiders werden vervolgens door de gehele dorpsbevolking verzorgd, totdat ze in staat waren verder te trekken.
Een van de mannen die in Apeldoorn werd opgepakt was Jan de Louter, een evacué uit Arnhem. Hij moest in Rees met een pikhouweel hakken in zwaar bevroren grond. Het eten bestond uit 'twee stukjes brood en lauw water met hier en daar een koolblad, en af en toe dreef er een aardappel in'. Wanneer hij kritiek had op het eten kreeg hij twintig stokslagen op het ritme van de Weense Wals. De hygiëne in het kamp liet zeer te wensen over. 'Elke avond deed ik mijn hemd uit en drukte ik de luizen dood. Je liep in de kleren die je aanhad toen je van huis werd gehaald.' Een blaar aan zijn voet groeide uit tot een wond. De wond was erg ontstoken en er ontstond zelfs wild vlees. Hij werd afgevoerd naar Haus Aspel, nabij Rees. Toen twaalf andere zieken in een vrachtauto naar Harreveld werden gebracht, wist De Louter zich onder een bank te verstoppen. In Harreveld zag het ernaar uit dat de voet moest worden geamputeerd. Dat is niet gebeurd, maar De Louter heeft nog lang last gehad van zijn achillespees.
In Apeldoorn sprak niemand over 'Rees'. Totdat de vader van Arend Jan Disberg vertelde dat hij in het kamp werd gemarteld. Disberg zocht naar lotgenoten: hun verhalen verschenen in een boek en de razzia wordt elk jaar herdacht bij een monument aan het Apeldoornse gemeentehuis. Ook is er een film verschenen over de verhalen van de ex-dwangarbeiders, getiteld 'De Verzwegen Deportatie'. De volledige film kunt u hier bekijken. In Kamp Rees stierven in drie maanden meer dan 350 van de ca. 4000 dwangarbeiders. Dankzij de bevolking van Megchelen, waar ongeveer 1700 mensen werden geholpen, is het dodental niet verder opgelopen.
Naschrift:
In februari 2020 verscheen bij NPO-Radio 1 de podcastserie Verstilde Verhalen waarin een podcast gemaakt is naar aanleiding van het oorlogsmonument in Megchelen. De aflevering gaat over Jan Venhorst, de eigenaar van de boerderij waar de eerste twee ontsnapte dwangarbeiders aanklopten. De podcast kunt u hier luisteren. U kunt ook zoeken naar 'verstilde verhalen' in uw favoriete podcast-app.
André Horlings en Jan de Louter