In de tijd dat ik in Varsseveld woonde was het nog een klein dorp met zo'n drieduizend inwoners. Iedereen kende iedereen. Zo was dat toen nog. Als er iemand ziek was, was het heel normaal dat jij er een pannetje soep naar toe bracht. Die noaberplicht die je - zeker vroeger - gewoon had.
Als er iemand was overleden werd er een zwarte doek over de spiegel gehangen. Dat was om de geest weg te kunnen laten gaan. Alle spiegels in huis moesten worden afgedekt. Buiten werden er ook nog zwarte linten opgehangen. En het waken was je als buurt allemaal bij. Het afleggen werd door de familie gedaan. En je liep allemaal in zwart. Of we speciale rouwkleding hadden weet ik niet meer, maar als kind van een jaar of twaalf heb ik een keer zo´n begrafenis meegemaakt en dat heeft toen wel heel veel indruk op me gemaakt. Dan werd er vanuit huis begraven en ging de kist op een boerenkar naar de begraafplaats. Het hoorde er allemaal bij. Als je nu soms hoort dat mensen dagenlang dood in hun huis liggen zonder dat iemand dat opmerkt, dat bestond vroeger niet! Bij de oudere boeren denk ik dat het bedekken van de spiegel nog wel voorkomt.
Marjan Heil, CC-BY-SA