"Het lijk werd opgehaald door een lijkkoets, gestrokken door een paard. Iedereen die je onderweg tegenkwam stopte, nam de hoed af en bleef staan tot het lijk voorbij was. Dit uit eerbied en respect. In de kerk aangekomen kon je goed zien dat het ging om een rouwdienst. Het hele altaar was omgeven met zwarte gordijnen. De voorganger of voorgangers (als er sprake was van een mis met drie heren) waren ook gekleed in het zwart. Soms zwart met wat paars. Er waren toen nog drie mogelijkheden, eerste, tweede en derde klasse. Hetgeen overeenkwam met de notabelen, de middenklasse en jan met de pet. De teksten waren allemaal nog in het Latijn en met het vertrek vanuit de kerk naar het kerkhof werd het In Paradisum gezongen, een prachtig lied naar het paradijs begeleidt u de engelen en ontvangen door de martelaren in de heilige stad Jerusalem."
Dit verhaal is onderdeel van de tentoonstelling 'Gelderse verhalen op reis'. De tentoonstelling is ontwikkeld naar een idee van Charlotte Reijngoudt-Giesbers, voorheen streektaalfunctionaris bij Gelders Erfgoed en is mogelijk gemaakt dankzij de bijdragen van de Provincie Gelderland, het Prins Bernhard Cultuurfonds en de medewerking van vele dialectsprekers in Gelderland.
Streektaal
Geloof
Streekgeschiedenis
1900-1950
1950-2000
Oude IJsselstreek
Volkscultuur
Achterhoek