
Hendrik gebruikte zijn veen ook om gezond te blijven, als hij verkouden was ging hij een tijdje met zijn voeten in één van de gegraven venneputten zitten “En dan bun'k d'r met un dag stomp weer af”. Alle weilanden die tegenwoordig richting Harreveld en Lichtenvoorde liggen waren in de tijd van scheper Hendrik nog uitgestrekte paarsbloeiende heidevelden, met hier en daar jeneverstruiken en veel grillig gevormde dennen. Bijzondere moerasplanten, zingende vogels, veel konijnen en vossen, het was door de eeuwen heen een heel bijzonder natuurgebied geworden. Hendrik had ook een paar bijenkorven naast de schaapskooi staan. Hij verdiende aan de wol en de handel met schapen, maar hij ging ook wel schapen scheren bij de boeren in de omgeving.
In de crisistijd, de jaren dertig van de 20e eeuw, werd het veen steeds meer ontgonnen. Uiteraard ging het hem aan het hart dat hij om zich heen zag, dat het veen steeds meer verdween. De turf die in het veen gestoken werd was in die tijd zeer belangrijk voor de verwarming van de huizen. Hij begreep ook wel dat dit de tijdgeest was en dat hij de ontwikkelingen niet kon tegenhouden. Hij zei: “De boer'n wilt gres, maor ikke veur mi'j holle leever de heide”. Er was geen plaats meer voor scheper Hendrik met zijn kudde. Een gedeelte van de heide werd natuurreservaat met de naam Vennebulten en bestaat tot op de dag van vandaag. Op dezelfde plek van de oude schaapskooi van Wisselink Hendrik staat nu een een nieuwe zwart geteerde houten kooi naar oud model. Hendrik Wisselink stierf begin 1945, hij werd 85 jaar.
Auteur: Ina Brethouwer
©
Bedankt voor uw feedback.