Willem Albert Scholten is op 6 oktober 1819 in Loenen op de Veluwe geboren, om precies te zijn op de Loenense Brink in de boerderij die nu de Groote Modderkolk heet. Scholten zal zijn rijkdom vinden in de aardappel-industrie met tientallen bedrijven in Nederland en het buitenland. Zijn eerste fabriek was in Warnsveld.
Op de Loenense Brink werd de opa van Willem Albert al in 1753 geboren en heeft daar goed “geboerd”. Hij trouwde met Berendje Gerrits en ze kregen twee zonen en drie dochters, hij overleed in 1825. Albert de jongste zoon werd predikant in Loenen hij trouwde met Jantje Evertsen en in 1819 kwam zoon Willem Albert ter wereld, helaas stierf Albert al nadat hij één jaar predikant was in zijn geboorte dorp, op 22/1-1821. Willem Albert was 1 jaar en 3 maanden oud toen zijn vader overleed. Zijn toekomst zag er toen niet erg rooskleurig uit, niemand zou verwachten dat hij zou sterven als een van de allerrijkste Nederlanders van zijn tijd.
In 1837 begon hij bij zijn oom op de boerderij “Het Rottink” in Tonden met de fabricage van aardappelmeel en in 1839 startte hij een fabriekje in Warnsveld. Na een grote brand stichtte hij in 1841 de aardappelmeelfabriek in Foxhol in Groningen. Met hulp van geleend geld van zijn aanstaande schoonvader Jan Everts Sluis (een welgestelde Groningse graanhandelaar) moderniseerde hij die fabriek met een stoommachine.
Hij trouwde in Groningen op 18 september 1847 met Klaassien Sluis, dochter van Jan Everts Sluis en Sophia Marrink. Zij kregen drie kinderen waarvan de zoon Jan Evert later zijn vader zou opvolgen. In 1862 verhuisde het gezin naar Groningen waarna ze in 1881 het door hem gebouwde pand ”Het Scholtenshuis” betrokken. In en om Groningen herinneren nu nog steeds monumentale bouwwerken aan de familie Scholten.
De onderneming van Scholten groeide enorm door de juiste investeringen: waaronder een aardappel-stroopfabriek in Hoogezand , een aardappel-moutwijnbranderij in Sappemeer en een aardappel-stroop-sagofabriek in Zuidbroek. Hij bouwde ook nog fabrieken in Duitsland, Oostenrijk, Hongarije en Polen. Op de top van zijn macht en rijkdom bezat hij 22 ondernemingen, 33 boerderijen en 3300 hectare grond.
Toen hij op leeftijd kwam liet hij op de Zuiderbegraafplaats in Groningen een grafkelder bouwen in 1892. Ook had Willem Albert zijn geboortedorp Loenen niet vergeten en hij liet in de N.H. Kerk een marmeren herdenkingsplaat aanbrengen voor zijn vader, ook gaf hij een belangrijke bijdrage voor ‘t orgel en schonk hij de begraafplaats. Deze begraafplaats is omgeven door een muur met daarop een prachtig gesmeed ijzeren hekwerk. De ingang bestaat uit twee hardstenen pilaren, op de linker pilaar een vlindersymbool van zowel sterfelijkheid en kortstondig leven als ook de onsterfelijkheid “de vlucht van de geest uit het lichaam”. Op de rechter pilaar staat een symbool van wedergeboorte en en onsterfelijkheid.
J.J. Janssen van Stichting Historie Loenen en W. Klomp van O.H.V de Marke
Industrie
Personen
1800-1900
Apeldoorn
Veluwe
Grootste Gelderlanders