Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt en De Parkenbuurt

Het ontstaan van villawijk De Parken in Apeldoorn

Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt is onlosmakelijk verbonden met het ontstaan van de villawijk De Parken in Apeldoorn. Hij heeft als projectontwikkelaar veel voor de stad betekend. De kenmerkende Engelse landschapsstijl van de parken en de romantische structuur van de Parkenbuurt is aan Van der Houven van Oordt te danken.

Het geslacht Van Oordt en de suikerindustrie

Hendrik Christiaan van de Houven van Oordt werd geboren in Rotterdam in 1837 als zoon van Hendrik van Oordt en Elisabeth van der Houven. Zijn vader was suikerraffinadeur in Rotterdam en in die tijd de grootste suikerproducent in Nederland.1 De familie Van Oordt importeerde al in de 18e eeuw eigen rietsuiker uit Oost- en West-Indië. Zijn overgrootvader Hendrik van Oordt begon in 1734 een suikerraffinaderij. Het begon met de suikerraffinaderij ‘De Olifant’ en daar kwam al snel ‘Het Witte Hart’ bij en later nog vele andere overnames. De vader van Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt was een slim en innovatief zakenman. Toen de suikerindustrie slecht ging en vele fabrieken stopte, breidde hij juist uit en introduceerde rond 1835 als eerste de stoommachine voor de raffinage van suiker.2 Hij bouwde het familiebedrijf uit tot een waar suikerimperium, dat tot op heden bestaat. In 1935 brengt suikerraffinaderij Van Oordt als eerste portieverpakkingen op de markt: het suikerzakje en de suikerklontjes zijn geboren. Het witte hart werd het beeldmerk.

Suiker was een luxeproduct, dat met de toegenomen welvaart in de 16e eeuw steeds populairder werd. Suikerriet, de grondstof voor de suikerindustrie, werd vanaf de 16e eeuw vooral verbouwd in het Caraïbisch gebied en Brazilië. De suikerindustrie in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden kwam tot bloei nadat Antwerpen in 1585 in Spaanse handen viel en veel kooplieden naar de Republiek emigreerden. Een van de belangrijkste redenen voor de oprichting van de WIC was de import van ruwe suiker vanuit West-Indië veilig te stellen. De plantages in Suriname verbouwden aanvankelijk voornamelijk rietsuiker, en pas later ook koffie, cacao en tabak. Er werd veel geld verdiend met suiker.3

Het omvangrijke familiekapitaal van Van Oordt was vooral belegd in onroerend goed en obligaties. Doordat de suikerfabrieken binnen de familie bleven en de winsten veilig belegd werden, bleef het familiekapitaal lang in stand.

Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt

Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt trad niet in de voetsporen van zijn vader.4 Hij werd landbouwer. Zijn broers zetten de suikeronderneming voort. Hans Soer beschrijft het leven van Hendrik Christiaan van Oordt in een biografie.5 Hendrik Christiaan kreeg in 1854 bij koninklijke besluit toestemming om de naam van zijn moeder, Van der Houven, aan zijn achternaam toe te voegen. In 1859 trouwde hij met Louise Victoria van Houten. Zij vestigden zich in het Gelderse Hengelo op de buitenplaats Stapelbroek, een van de boerderijen die zijn vader daar bezat. Zij kregen zes kinderen, waarvan er drie jong overleden. Hendrik Christiaan heeft in Hengelo een opleiding tot landbouwer gevolgd aan het Instituut voor de Landbouw. In 1862 verhuisde het gezin naar Heerde naar het landgoed Het Groot Oever in het buurtschap Werven bij Wapenveld, dat zijn vader had gekocht en dat hij in 1864 erfde. Hij was in Heerde gemeenteraadslid en ook dijkgraaf. In 1869 kocht Hendrik Christiaan zijn eerste steenfabriek. De baksteenindustrie was toen bloeiende industrie aan de IJssel. Later richtte hij de N.V. Olster Steenfabrieken op.

In 1874 verhuisde het gezin naar Apeldoorn en vestigde zich op landgoed De Pasch. De wens van de gemeente Apeldoorn om uit te breiden en het vermogen, het ondernemerschap en de kennis van Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt als landbouwer, dijkgraaf en steenfabrikant kwamen hier mooi samen. De Apeldoornse burgemeester mr. J.A. van Hasselt wilde Apeldoorn verder uitbreiden. Om aan de groeiende vraag naar woningen voor welgestelde inwoners te voldoen (en deze aan te trekken) werden landgoederen en buitenplaatsen opgekocht en ontwikkeld tot woonbuurten. De projectontwikkelaars waren vermogende particulieren, die hun vermogen veelal hadden verdiend met koloniale handel. Behalve de bouw van de villa’s legden zij ook de wegen en parken aan. Hiermee verhoogden zijn de waarde van de kavels. In Apeldoorn heeft Henry Thierry Daendels, een goede vriend van Hendrik Christiaan, ook veel gedaan voor de exploitatie van de landgoederen (met name Marialust).6

Hendrik Christiaan was een van de eerste projectontwikkelaars, en hij verwierf naast landgoed De Pasch meer grond in Apeldoorn rond het station, en later ook landgoed De Vlijt (later Marialust). Hij verkavelde de grond, en verkocht de percelen ten behoeve van woningbouw waarbij de verplichting gold om de bakstenen van de N.V. Olster Steenfabrieken af te nemen. Ook legde hij het Oranjepark, het Wilhelminapark en het Prinsenpark aan, die hij daarna aan de gemeente verkocht.

Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt was lid van het Veluws Locaal Spoorwegcomité, dat zich succesvol inzette voor de aanleg van lokale spoorlijnen rondom Apeldoorn. Hij was ook betrokken bij de oprichting van de Koninklijke HBS, geopend in 1877, waarvoor hij de grond verkocht. De spoorverbindingen en het middelbaar onderwijs maakten Apeldoorn een aantrekkelijke vestigingsplaats, wat een positief effect op de ontwikkeling van de villawijken had. Zo versterkte hij als notabele, ondernemer en projectontwikkelaar succesvol de ontwikkeling van De Parken en steunde hij daarmee ook zijn eigen activiteiten.

In 1892 verhuisde Hendrik Christiaan naar Arnhem, waar hij in 1901 overleed. Hij was toen vrijwel failliet, door latere investeringen die zich (nog) niet hadden uitbetaald. De Vereeniging tot Veraangenaming van het Verblijf te Apeldoorn plaatste ter gelegenheid van zijn vertrek een monumentale bank in het Oranjepark.

De Parkenbuurt

Vanaf het einde van de 19e eeuw was Apeldoorn een geliefde vestigingsplaats voor oud-Indiëgangers. Apeldoorn was voor hen aantrekkelijk vanwege de bosrijke omgeving, de nabijheid van het koningshuis, relatief lage grond- en huurprijzen en de rechtstreekse spoorverbinding met het westen van het land. De gemeente Apeldoorn en bedrijven in Apeldoorn wierven actief onder verlofgangers en gepensioneerden. Het waren voornamelijk hoge ambtenaren, KNIL-officieren en rentenierende oud-plantagehouders die rond de Loolaan, in de Parkenbuurt en de Indische buurt hun villa’s bouwden. Ook woonden er opvallend veel weduwen en ongehuwde dames, en waren er veel pensions. Minder gefortuneerde oud-Indiëgangers die naar Apeldoorn kwamen gingen in andere delen van de stad wonen.7 De villa’s werden veelal gebouwd in koloniale stijl, met veranda’s. Een aantal van deze villa’s droeg ook een Indische naam, zoals “Insulinde”, “Senang”, “De Toepoetan” of ‘Soeka Dana”.8

Een deel van deze oud-Indiëgangers kwam uit Suriname. Na de afschaffing van de slavernij stortte de economie daar in en vertrokken veel Nederlanders, deels naar Nederlands-Indië waar de plantage-economie nog wel profijtelijk was en de vraag naar ambtenaren steeg. Ook militairen vertrokken vanuit Suriname naar Nederlands-Indië.

Na het aanvankelijke succes van de nieuwe wijk verliep de verkoop van de kavels tegen de eeuwwisseling moeizamer. In de jaren ’20 kwam er ook concurrentie van het villapark ‘Berg en Bos’ en de crisis van de jaren ’30 remde de verkoop nog verder af. Het Verzetstrijderspark is daardoor nooit bebouwd geworden. Na de WOII zijn op kleinere kavels weer villa’s gebouwd en werd de wijk voltooid.9

Dit verhaal is geschreven door Marlies Stouthard in het kader van onderzoek naar Sporen van slavernijverleden in Apeldoorn in opdracht van en samenwerking met CODA Apeldoorn.

Bronnen:

  1. Stipriaan, A. van (2020) Rotterdam in slavernij. Boom, Amsterdam.
  2. Fliers, W., Steenaard, R. & Davids, M. (1988) De successtory van Van Oordt. Een suikeronderneming te Rotterdam : suikerindustrie en suikerhandel te Rotterdam, 1750-1850. Erasmus Universiteit, doctoraalscriptie.
  3. Poelwijjk, A.H. (2003) "In dienste vant suyckerenbacken." De Amsterdamse suikernijverheid en haar ondernemers, 1580-1630. Universiteit van Amsterdam, academisch proefschrift.
  4. Biografisch Woordenboek Gelderland, deel 3, Bekende en onbekende mannen en vrouwen uit de Gelderse geschiedenis. Redactie: drs. C.A.M. Gietman (eindredactie), drs. R.M. Kemperink, dr. J.A.E. Kuys, E. Pelzers en drs. P van Wissing .W. (2002) Verloren Hilversum, pagina's 69-72.
  5. Soer, H. (2021) Biografie over het leven van Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt (1837-1901). Aforma Drukkerij Apeldoorn
  6. Kompanje, B, (2005) Wonen in De Parken. Geschiedenis van de villawijk De Parken in Apeldoorn. Amazing BV, Apeldoorn.
  7. Hoorn, I. van & Oosterhof, H. Sporen van een koloniaal verleden: de komst van Indische Nederlanders naar Apeldoorn. Dieren, De Rijp, 1990.
  8. Bos. T. Indië in Apeldoorn. Apeldoorn, VDA-groep, 2010.
  9. Majdandžić, D. & Oosterom G. van (Gemeente Apeldoorn). Dik Apeldoorns Stadskookboek. Uitgeverij Blauwdruk, 2014.


Rechten

Marlies Stouthard i.s.m. CODA Apeldoorn, CC-BY-NC

  • Sporen van slavernijverleden

  • Bestuur

  • Werk

  • Oost - West

  • Personen

  • 1800-1900

  • Apeldoorn

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl