Hoe komt Apeldoorn aan de Daendelsweg?

De familie Daendels in Apeldoorn, een erfenis uit Nederlands-Indië

Nakomelingen uit maar liefst vijf generaties van de bekende gouverneur-generaal in Nederlands-Indië Herman Willem Daendels vestigden zich in Apeldoorn, dat te boek stond als een aantrekkelijke plek voor repatrianten uit de kolonie. De Daendelsweg herinnert aan hun aanwezigheid en Apeldoorn profiteerde mee van hun rijkdom.

Petronella Egberta Bisschop (1827-1860), weduwe van een zoon van Herman Willem, August Derk Daendels, vestigde zich in Apeldoorn in 1856.(1) Zij was opgegroeid in een domineesgezin in Elburg en in 1851 in Batavia getrouwd met de toen 48-jarige weduwnaar August Derk Daendels (Hattem, 1803 - Soerabaya, 1853). Hij was op dat moment assistent-resident in Modjokerto, Batavia. De vijf kinderen uit het eerste huwelijk van August Derk kwamen met Petronella Egberta mee naar Apeldoorn. Ze gingen aanvankelijk inwonen aan de Dorpsstraat (nu Hoofdstraat). Louise Marie (1843-1858) overleed jong. De overige vier kinderen: Aleida Elisabeth Reiniera (1837-1907), Constance Jacqueline Henriette (1839-1911), Constant Jacques (1846-1937) en Julie Elisabeth Francoise (1848-1931) bewoonden na het overlijden van hun moeder achtereenvolgens diverse villa’s aan de Loolaan. Constance en Julie woonden een periode in de villa Rozenheuvel. Zij verkavelden het landgoed en lieten een grintweg over het terrein van de villa aanleggen van de Loolaan naar de toenmalige Zwolscheweg (thans Koninginnelaan) en schonken die vervolgens in 1897 aan de gemeente Apeldoorn. Deze weg heeft de naam Daendelsweg gekregen.

De familie Daendels en de koloniën

August Derk Daendels was een van de 15 kinderen van Herman Willem Daendels (Hattem, 1762 – Elmina, 1818). Vader Daendels is vooral bekend als patriottenleider en leider van de opstand in Hattem aan het einde van de 18e eeuw. Later werd hij gouverneur-generaal van Oost-Indië (1808-1811), waar hij na de ontbinding van de VOC bestuurlijke vernieuwingen in de koloniale overheersing doorvoerde. Hij was onder andere de drijvende kracht achter de aanleg van de Grote Postweg op Java, die aan naar schatting 12.000 dwangarbeiders het leven heeft gekost.(2) Daarna was hij gouverneur-generaal van Goudkust (het huidige Ghana) (1816-1818). Hij had de opdracht daar een plantage-economie op te zetten. Hij kocht zelf de katoenplantage Oranje-Dageraad, die hij met twee van zijn zoons wilde gaan exploiteren. Hij overleed echter in 1818 in Elmina. Na zijn overlijden werd de plantage geliquideerd.(3)

Een van de twee zonen die in Elmina de plantage mede zou gaan beheren was Constant Jacques Daendels (Duinkerken, 1789 – Semarang, 1847). Hij vestigde zich na de dood van zijn vader in Semarang op Java en zette daar de firma Daendels & Co voort als handelshuis in koffie en suiker. Constant Jacques deed op Java ook zaken samen met zijn broer August Derk. In de kolonie gold tussen 1830 en 1870 het Cultuurstelsel, een systeem van koloniale uitbuiting: boeren moesten 20% (en later nog meer) van hun grond bebouwen met gewassen voor de koloniale overheerser en ontvingen hiervoor slechts een ontoereikend plantloon.(4) Koffie en suiker waren de belangrijkste gewassen, die geproduceerd werden voor de Europese markt. Uit zijn testament blijkt dat Constant Jacques onder andere aandelen had in vier koffie- en suikerplantages. Hij verdiende goed aan zijn handel: zijn erfenis bedroeg fl. 167.877,38 (omgerekend thans ruim 1,6 miljoen euro).(5)

Opnieuw Daendels in Apeldoorn: projectontwikkelaar dankzij koffie en suiker

Constant Jacques had twee zonen, Egbert August (1830-1854) en Henri Thierry (1837-1926). Zij waren zijn belangrijkste erfgenamen. Henri Thierry Daendels werd op Java in Semarang geboren uit een relatie van Constant Jacques met Boele, een Chinese vrouw. Zijn oudere broer Egbert August was uit een eerdere relatie van hun vader geboren. Constant Jacques legitimeerde zijn beide zonen. Henri Thierry en zijn halfbroer kwamen na de dood van hun vader naar Nederland, en werden door hun oom William Grenfell en tante Josina Maria Christina Daendels in Hattem opgevoed. Egbert ging uiteindelijk terug naar Java en overleed kort daarna.

Henri Thierry ging na zijn opleiding tot landbouwkundige naar Engeland en vervolgens in 1870 naar de Verenigde Staten. Eerder had hij de suikerplantage Allpines in Brits Honduras (Belize) “12.000 morgen land inclusief 70 Chinese werklieden, gelijk staande aan even zoveel slaven” (6) willen kopen, maar dat is om onbekende redenen niet doorgegaan. In St. Cloud, Minnesota VS, kocht hij grond en stichtte een agrarisch bedrijf dat echter geen succes werd. Henri Thierry kwam terug naar Nederland en vestigde zich in 1880 met zijn vrouw Elisabeth Laura Warren (1849-1910) en hun vier kinderen in Apeldoorn op landgoed De Veenkamp aan de Mecklenburglaan nabij de Zwolscheweg. Hij kocht het landgoed op een veiling van wijlen prins Hendrik, de broer van koning Willem III.

Het gezin was dankzij de erfenis van Constant Jacques in goeden doen. Henri Thierry bezat naast De Veenkamp het landgoed Klooster Hulsbergen bij Wapenveld en boerderij Meerzorg in Wormen bij Apeldoorn, en was commissaris en zaakgelastigde van de NV Olster Steenfabrieken, waarvan hij ook aandelen bezat. Op De Veenkamp en Meerzorg experimenteerde hij met nieuwe landbouwtechnieken. Henri Thierry zette zich op allerlei manieren in voor de Apeldoornse gemeenschap. Zo was hij betrokken bij de oprichting van sportvereniging Robur et Velocitas (1882), de Apeldoornsche Bad- en Zweminrichting (1883) en het Apeldoornsch Onderling Veefonds (1886), en speelde hij met zijn goede vriend en zakenpartner Hendrik Christiaan van den Houven van Oordt een rol bij de verkaveling van Marialust en de totstandkoming en ontwikkeling van villawijk De Parken.

Zijn dochter Constance Jacqueline Elisabeth (1871-1951) en zijn kleindochter Elisabeth Marie Daendels (1919-2003) waren na zijn dood achtereenvolgens de eigenaressen-bewoonsters van De Veenkamp. De laatste heeft De Veenkamp in 1999 verkocht.

Een aantal leden van de familie Daendels zijn begraven op de begraafplaats aan de Soerenseweg te Apeldoorn.

Dit verhaal is geschreven door Marlies Stouthard in het kader van onderzoek naar Sporen van slavernijverleden in Apeldoorn in opdracht van en samenwerking met CODA Apeldoorn.

Bronnen:

  1. De informatie over de familie Daendels is afkomstig uit het familiearchief, dat zich bevindt in het CODA archief, archiefnummer 248.
  2. Reybroek, D. van. Revolusi. De Bezige Bij, 2020, p.51-54.
  3. Frijthoff, W. Een Hattemer van wereldfaam: Herman Willem Daendels en de vernieuwing van Nederland. Jaarboek Gelre 2013.
  4. Reybroek, D. van. Revolusi. De Bezige Bij, 2020, p.56.
  5. CODA archief, Apeldoorn, archiefnummer 248, inventarisnummer 25.
  6. CODA archief, Apeldoorn, archiefnummer248, inventarisnummer 389.


Rechten

Marlies Stouthard i.s.m. CODA Apeldoorn, CC-BY-NC

  • Sporen van slavernijverleden

  • Personen

  • Streekgeschiedenis

  • 1800-1900

  • Apeldoorn

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl