Het spreidingspatroon van de Gelderse maakindustrie gaat soms al ver terug. Vaak had de oorspronkelijke vestiging te maken met de aanwezigheid van grondstoffen of energiebronnen op die plek, soms ook met de aanwezigheid van goedkope arbeid. Niet zelden begon het met een ambachtelijke productiewijze, die later werd omgezet in industriële bedrijvigheid. Als een bedrijfstak eenmaal ergens gevestigd was, bleef die daar vaak lange tijd bestaan.
Voorbeelden van streekeigen productiebedrijven in Gelderland zijn:
- de steenbakkerijen langs grote rivieren
- de textielproductie in de Achterhoek
- de papierfabricage op de Veluwe
- de sigarenmakerij in de Gelderse Vallei, de omgeving van Nijkerk en Culemborg
- de elektrotechniek in Nijmegen
- de kunstzijde in Arnhem (Akzo), Ede (Enka) en Nijmegen (Nyma)
- de ijzerindustrie Oude-IJsselstreek
- de fruitproductie in de Betuwe
- de scheepswerven langs de Waal
Daarnaast kende en kent Gelderland veel beeldbepalende productiebedrijven in steden of dorpen, zoals Gazelle (Dieren), Sparta (Apeldoorn), Dobbelman (Nijmegen), Turmac en Gimborn (Zevenaar), Grolsch (Groenlo), Lundia (Varsseveld) en Gispen (Culemborg). Ambacht en industrie hebben in Gelderland invloed gehad op het landschap, de bebouwing en de bewoners. We zien dat terug op allerlei manieren:
- ruimtelijk: in de vorm van wegen, spoorwegen, kanalen, bruggen, havens en sluizen
- architectonisch en stedenbouwkundig: de industrie heeft geleid tot de bouw van o.a. veilinggebouwen, fabrieken, arbeiderswijken en fabrikantenwoningen
- politiek: denk aan de invloed van arbeidersorganisaties (vakbonden) en de opkomst van arbeiderspartijen
- economisch: bedrijven zorgden voor werkgelegenheid en stijging van de welvaart, maar dat kon in tijden van crisis ook uitmonden in werkloosheid en armoede
- demografisch: de industrie trok arbeiders aan, met als gevolg migratie van het platteland naar de stad en vanuit mediterrane landen naar Gelderland (gastarbeid)
- onderwijskundig: nijverheid leidde tot de opkomst van het ambachtsonderwijs en technische hogescholen; ook de huidige beroepsopleidingen zijn verbonden met de industrie
- sociaal/cultureel: de invloed van ambacht en industrie strekt zich uit van gewoonten en gebruiken op de werkvloer tot de organisatie van sociale en culturele activiteiten in of vanuit bedrijven.
Sporen van de industrie vinden we ook terug in gebouwen en infrastructuur (onroerend erfgoed), in films, foto's, documenten, museale objecten en particuliere verzamelingen (roerend erfgoed), en in de vorm van verhalen, gebruiken en herinneringen (immaterieel erfgoed).