Aan het einde van de zestiende eeuw wordt het Huis Den Dam gebouwd op de plaats van een ouder middeleeuws huis. In de achttiende eeuw krijgt Den Dam een classicistisch uiterlijk en ook in de negentiende en twintigste eeuw vinden er verbouwingen plaats.
Een eerste betrouwbare vermelding van het bestaan van Den Dam dateert uit 1399, wanneer Gijsbert van Nettelhorst het huis opdraagt aan Johan van der Capellen. Deze bron geeft tevens aan dat het huis eerder in bezit is geweest van Evert van den Damme, waarschijnlijk ook de naamgever van het huis. De familie Van der Capellen heeft veel invloed in de streek en bezit ook kasteel De Marsch bij Zutphen. Gerrit van der Capellen kiest tijdens de Tachtigjarige Oorlog de kant van de Staatsgezinden en ziet zijn middeleeuws huis verwoest worden door de Spanjaarden. Aan het eind van de zestiende eeuw wordt Den Dam weer opgebouwd.
Door vererving komt Den Dam in 1646 in bezit van de familie Van Goltstein, maar wordt in 1701 doorverkocht aan Jan Joost van Keppel. Deze bezit aangrenzend al De Voorst en ‘t Velde. Een kaart uit 1702 laat zien dat het huis op een vierkant eiland ligt met nog twee eilanden er omheen. In 1744 keert Den Dam terug in de familie Van der Capellen, door aankoop door Frederik Robbert Evert van der Capellen. Deze bezit reeds de in de buurt gelegen Boedelhof.
Een grote verandering in het uiterlijk van huis Den Dam, nog getekend door Jan de Beijer in 1743, komt door toedoen van Alexander van der Capellen in 1765. De classicistische stijl vervangt ingrijpend het zestiende-eeuwse huis. Het komt in 1847 door vererving weer terecht bij de familie Goltstein, die Den Dam enigszins verbouwt en vervolgens verhuurt. De laatste huurder, de familie De Bruyn, koopt tevens het huis in 1895. Verschillende eigenaren volgen elkaar op na een veiling in 1923. Tot slot komt het huis vanaf 1937 weer in adellijke handen bij leden van de familie Bosch van Rosenthal. Huis en park worden beschermd als rijksmonumenten.
Bronnen:
Ben Boersema, Erfgoed Gelderland, CC-BY