Rond Lochem liggen in de middeleeuwen langs de rivier de Berkel veel kastelen en havezaten. In de bosrijke gebieden van Almen en Verwolde worden al vroeg versterkte huizen gesticht en de omringende landgoederen ontgonnen. De familie van Keppel vestigt zich daar als een geslacht van oude Gelderse landadel.
Derck I van Keppel tot Woolbeek (1340/1341-1406), zoon van Derck IV van Keppel tot Verwolde, is de vroegst bekende heer van Woolbeek. Een latere Derck van Keppel, heer van Woolbeek, huwt in 1565 Aleid ter Voirst en krijgt zo ook de Oude Voorst in handen. Tot in de negentiende eeuw blijven leden uit het geslacht Van Keppel heren van Woolbeek. Het verdedigbare hoofdgebouw uit de middeleeuwen is in de achttiende eeuw verdwenen. Een tekening uit 1720 laat twee bouwhuizen zien. Later wordt er een boerenbedrijf gebouwd op de plaats van het versterkte huis.
In 1814 wordt een lid uit de tak Woolbeek benoemd in de ridderschap van Gelderland. Het grondbezit van Woolbeek bevat dan ruim 125 hectare weilanden en bos- en heidegronden tot aan de openbare verkoop in 1850. In 1875 krijgt een kleinzoon uit het geslacht Van Keppel tot de Woolbeek, Johan Rabo baron van Keppel, ingenieur, opzichter van Rijkswaterstaat en lid van de gemeenteraad van Breda, de titel van baron(es) op alle afstammelingen. Er gaat een onderzoek vooraf aan deze toekenning, omdat het geslacht in de negentiende eeuw een verarmde en burgerlijke status bezit. Deze tak van de Keppels sterft met de kinderloze baron in 1930 uit.
In 1977 sterft de adellijke tak Van Keppel in Nederland uit, maar de tak tot de Woolbeek bloeit nog in de Verenigde Staten tot het begin van de jaren negentig van de twintigste eeuw. De tegenwoordige boerderij De Woolbeek staat ongeveer op de plaats van het middeleeuwse huis. Bij een kastelenproject in 2004 werd geen toestemming gegeven daar veldonderzoek te doen. Wel wordt er vanuit gegaan dat resten van het hoofdgebouw, het noordelijke bouwhuis en de gracht nog aanwezig zijn.
Bron:
Ben Boersema, Erfgoed Gelderland, CC-BY