In 2020 zijn de steigers die om de kerk heen stonden gedeeltelijk weggehaald, waardoor het gerestaureerde zuidportaal weer zichtbaar is geworden. Hier is net als aan de noordkant een glazen, uitnodigende ingang gekomen. Door de nieuwe entrees komt er een unieke doorgang dwars door het schip van de kerk.
Naast het zuidportaal bevinden zich vier heiligenbeelden in laat-gotische stijl. Tot na de Tweede Wereldoorlog was het er niet van gekomen om dit gedeelte te restaureren. Dit gebeurde in 1965, waarbij gepoogd werd zo nauwkeurig mogelijk het middeleeuwse werk te volgen. Doordat de beelden ernstig beschadigd waren, is de kans groot dat het portaal oorspronkelijk getooid was met een geheel andere set van heiligen.
Heiligen zijn vaak te herkennen aan hun attributen. Uiterst links staat Sint Maarten, aan wie de voorganger van de Eusebiuskerk was gewijd. Je kan hem herkennen aan zijn bisschopsmijter, Romeinse harnas en in zijn rechterhand het zwaard waarmee hij zijn rode mantel in tweeën sneed om een stuk aan een bedelaar te geven. Naast Sint Maarten zien we Petrus. Hij heeft in zijn rechterhand de sleutel van de hemelpoort vast.
Aan de andere kant van het venster staat Christoffel, ofwel Christusdrager. Hij heette eerst Reprobus. Hij wilde de heer van de wereld, ofwel de duivel, dienen. Op advies van een kluizenaar hielp hij reizigers bij het oversteken van een wild stromende rivier. Op een dag moest hij een kind de rivier over helpen, maar tijdens de oversteek werd het kind ondraaglijk zwaar. Eenmaal aan de overkant gekomen vertelde het kind hem dat hij zojuist Christus met alle zonden van de wereld had gedragen. Christus doopte Reprobus in de rivier en sindsdien was zijn naam Christoffel. Hij is te herkennen aan zijn wandelstok en een kind op zijn schouder. Hij is de belangrijkste patroonheilige van de reizigers en pelgrims en is in vrijwel elke Nederrijnse kerk te vinden.
Het laatste beeld, uiterst rechts, is die van diaken Stefanus. Stefanus was diepgelovig en was de eerste diaken die werd aangesteld door de apostelen om de aalmoezen eerlijk te verdelen onder de weduwen. Hij stierf door steniging nadat hij de hogepriester en de hoge raad had beschuldigd van de moord op Christus. Hij is hier te herkennen aan de kledij van de diaken, genaamd de dalmatiek, in zijn rechterhand de martelaarspalm en in zijn linkerhand een steen.
Dewi Lenselink, CC-BY
Geloof
Streekgeschiedenis
1950-2000
Arnhem
Arnhem e.o.