De bewoners van kasteel Nederhemert

De toren had een kelder en twee verdiepingen. Die waren verbonden door muurtrappen. De kelder bezat een zeldzaam 'Boheems gewelf': een bolvormig gewelf op een rechthoekig grondvlak. De ingang bevond zich aan de tegenwoordige achterkant van het gebouw. In het tweede kwart van de 14e eeuw lagen rond de ommuurde binnenplaats meerdere torens. De oude toren uit 1300, een rechthoekige toren op de noordoosthoek en een ronde toren op de noordwesthoek. In de 15e eeuw kwam er nog een zeshoekige toren bij. Deze toren is in 1945 verloren gegaan en niet herbouwd.

Sensationele vondsten

De laatste bewoners besloten het kasteel in 1957 te verkopen aan de Nederlandse Staat, die het beheer aan Staatsbosbeheer toevertrouwde. In 1961 droeg Staatsbosbeheer Nederhemert in langdurige erfpacht over aan Geldersche Kasteelen. Sinds 2003 bezit deze ook het eigendomsrecht. Vanaf 1960 is verscheidene malen archeologisch onderzoek gedaan. De belangrijkste vondsten dateren uit de 16e eeuw: een dolk, een tinnen schotel vervaardigd in Den Bosch, en twee trechterbekers van grijs steengoed uit het Duitse Siegburg. Op deze bekers zijn de wapens van kasteelbewoners aangebracht: Torck-van-Wittenhorst en Van Merode-Torck.

Bed van Maarten van Rossem

Veel van het interieur is bij de brand van 1945 verloren gegaan. Beroemd was het bed van de Gelderse veldmaarschalk Maarten van Rossem. Ook was er een kamer met een 18e-eeuws geschilderd linnen behangsel met Chinese voorstellingen. In die zaal hangen nu levensgrote portretten van de 17e-eeuwse bewoners. Tussen 2001 en 2005 is Nederhemert gerestaureerd en sindsdien is het kasteel alleen tijdens Open Monumentendag voor het publiek geopend.