In de middeleeuwen heeft er ten noorden van Vorden waarschijnlijk een eenvoudige versterkte woning gestaan te midden van het ‘Hoff te Bramel’ dat in 1396 een Gelders leen is. De naam lijkt een samenstelling van de woorden ‘braam’ en ‘loo’ en duidt op een bos waar bramen groeien. In het midden van de zeventiende eeuw wordt op dezelfde plaats een landhuis gebouwd met dezelfde naam.
Vanaf het einde van de veertiende eeuw blijft het ‘Hoff te Bramel’, toen in handen van Gerrit van Bramel en zijn echtgenote, in bezit van de familie Van Bramel. Via kloosterzuster Jutte van Bramel erft het klooster Isendoorn te Zutphen in 1536 dit landgoed. Lense Vehr wordt de hulder, dat wil zeggen, de wettelijke vertegenwoordiger, die namens een minderjarige of een vrouw beleend wordt met een leengoed. Twee jaar later komt Den Bramel geheel in handen van Vehr, ook al protesteert de familie Van Bramel.
De familie Vehr wilt deelnemen aan openbare ambten, maar wordt daarvan uitgesloten. Zij zijn tijdens de Tachtigjarige oorlog Spaansgezind en blijven daarna ook het katholicisme trouw. Zo kan de familie Vehr het recht van havezate voor Den Bramel niet verwerven, maar bouwt midden in de zeventiende eeuw wel het huidige huis. De welvaart van het geslacht Vehr neemt toe door het verwerven van grondbezit. In de achttiende eeuw wordt het geslacht Van Hasselt eigenaar van Den Bramel.
C.J.J. Storm van ’s-Gravesande koopt de buitenplaats in 1824 met onder meer het herenhuis, hoven, landerijen, bossen en twee boeren erven met de namen Groot en Klein Bramel. De buitenplaats wordt vervolgens nog uitgebreid, ook onder de opvolgers van de familie Storm, de familie Thate. Zo komt er op het voorplein rond 1880 een achtkantige theekoepel te staan, waaraan delen van een oud orgelfront worden verwerkt.
Huis Den Bramel en de theekoepel worden in 2004 gerestaureerd, daarna wordt ook het koetshuis hersteld. Het huis en de tuinen zijn particulier bezit, het park is wel voor het publiek toegankelijk.\
Bron
- Jan Vredenburg (eindred.), Kastelen in Gelderland, Uitgeverij Matrijs, Utrecht 2013, p. 145-147.
Ben Boersema, Erfgoed Gelderland, CC-BY