Lubbert Adolf Torck (1687-1758) wordt na het overlijden van zijn oom en tante Jan en Janne Margriete van Arnhem in 1721 aangewezen als erfgenaam van Rosendael. Lubbert Adolf is ambitieus en kan, mede door een gunstig huwelijk, een belangrijke stempel drukken op Rosendael.
In 1722 trouwt Lubbert Adolf met Petronella Wilhelmina van Hoorn (1698-1764). Zij is niet van adel, maar wel bijzonder vermogend. Petronella wordt in Batavia geboren, waar zowel haar grootvader als haar vader de functie van gouverneur-generaal van de VOC bekleden. Op jonge leeftijd komt Petronella naar Amsterdam. Als 24-jarige, schatrijke weduwe ontmoet zij Lubbert Adolf. Bij hun huwelijk brengt Petronella niet alleen de erfenis van haar vader en grootvader in, maar ook het bezit van haar gefortuneerde eerste echtgenoot. Het echtpaar bezit behalve kasteel Rosendael en de bezittingen van de familie Torck in Wageningen ook een grachtenpand aan de Amsterdamse Herengracht en de buitenplaats Beeckestein in Velsen.
Uit studieboeken met aantekeningen blijkt dat Jan van Arnhem aan de opvoeding van Lubbert Adolf heeft bijgedragen. Al op elfjarige leeftijd wordt hij benoemd tot drost van Wageningen, als opvolger van zijn vader. Tegelijk wordt hij door koning-stadhouder Willem III ook tot richter van Nijbroek benoemd. Na zijn studie aan de Utrechtse Academie wordt hij onder andere vertegenwoordiger van de Admiraliteit van Amsterdam. Op Rosendael wordt een zegelstempel bewaard, verbonden aan zijn functie als landdrost van Veluwe. Lubbert Adolf groeit uit tot een van de meest invloedrijke figuren van Gelderland.
Lubbert Adolf wordt beschouwd als de leider van de Staatsgezinde partij in Gelderland. In tegenstelling tot de vorige bewoners van Rosendael, is hij bepaald geen vriend van de Oranjes: hij verzet zich tegen hun pro-Engelse politiek en komt geregeld in aanvaring met Willem Bentinck, gunsteling en steunpilaar van de Oranjes in Gelderland en daarbuiten.
Vlak na het verkrijgen van Rosendael begint Lubbert Adolf met een grote verbouwing van het kasteel en het verfraaien van de tuinen. Deze grote veranderingen komen tot stand dankzij het vermogen van Petronella. Zij brengt niet alleen geld in, maar ook veel inboedelstukken afkomstig uit Indië, geërfd van haar vader en grootvader. Voor het verfraaien van de tuinen van Rosendael schakelt het echtpaar de bekende architect en vormgever Daniël Marot in. Zo komen de schelpengalerij, de bedriegertjes en de theekoepel tot stand, die vandaag de dag nog steeds hoogtepunten zijn in park Rosendael.
Doordat het huwelijk Torck-van Hoorn kinderloos blijft, vererft Rosendael opnieuw op een neef. Het echtpaar benoemt Assueer Jan Torck (1733-1793) als erfgenaam. Assueer houdt de erfenis zorgvuldig in stand en breidt het grondbezit uit tot een omvang van ongeveer 10.000 hectare.
Personen
1600-1700
Rozendaal
Arnhem e.o.