Bewoners van Rosendael: Jan en Janne Margriete van Arnhem

Een erudiete kasteelheer

Jan van Arnhem is de laatste nazaat van een van de oudste en edelste riddergeslachten van Gelderland. Net als zijn voorvaderen fungeert hij als schepen en burgemeester van Arnhem. Hij bekleedt ook andere belangrijke openbare ambten in Gelderland en hoort tot de hofkring van koning-stadhouder Willem III. Jan is de meest erudiete kasteeleigenaar van Rosendael die zelf enkele boeken en gedichten publiceert, die zonnewijzers ontwerpt en die fantastische tuinen laat aanleggen. Zijn interesse voor mathematica en gnomonica (de leer van zonnewijzers) blijkt onder andere uit een calendarium uit de oorspronkelijke inboedel van Rosendael en de zelf ontworpen zonnewijzer, die Jan in 1715 aan Prinses Marie Louise van Hessen-Kassel aanbied als teken van goed vertrouwen.

Koninklijke vriendschap

Aan het eind van de zeventiende eeuw is Jan nauw bevriend met koning-stadhouder Willem III. De koning-stadhouder geeft aan Jan van Arnhem voornamelijk opdrachten met betrekking tot zijn jachtverblijven op de Veluwe. Behalve dat zij beiden fervente jagers zijn, delen zij ook een grote belangstelling voor tuinkunst. Omdat Willem III regelmatig op Rosendael is voor de jacht, en als dank voor de gunsten, krijgt de koning-stadhouder een eigen appartement op kasteel Rosendael: de koningskamer. Janne Margriete van Arnhem heeft ook een vriendschappelijke band met de vrouw van Willem III, Mary Stuart. Ondanks het feit dat zij een stuk jonger is, hebben ze hartelijk contact. Zij zijn beiden geïnteresseerd in godsdienstige onderwerpen en in borduurkunst.

Tuinaanleg

Onder de van Arnhems wordt op Rosendael een nieuwe, geometrische tuin gerealiseerd, ondanks de natuurlijke hoogteverschillen in het landschap. De waterwerken vormen het hoogtepunt van de nieuwe aanleg en zelfs vanuit het buitenland komen mensen de tuinen bezoeken. Deze tuinaanleg is het onderwerp van een prentenreeks door Petrus Schenk.

Opvolger

Het huwelijk tussen Jan en Janne blijft kinderloos, maar ze houden zich wel bezig met de opvoeding van veel jonge familieleden. Jan kiest zijn neef Lubbert Adolf Torck als opvolger op Rosendael. Het testament benadrukt dat niets van de inboedel van het kasteel verkocht mag worden; het echtpaar wil Rosendael zo compleet mogelijk laten voortbestaan.