Bewoners van Rosendael: Reinhard Jan Christiaan Torck en Goswina Geurdina van Neukirchen genaamd Nyvenheim

Jonge kasteelheer

Reinhard, de jongste overgebleven zoon van Assueer Jan Torck en Eusebia Jacoba de Rode van Heeckeren, krijgt Rosendael al op zijn achttiende in zijn bezit. Ondanks zijn vroege overlijden, vervult Reinhard verschillende functies. Hij wordt schepen en burgemeester van Wageningen, luitenant-jagermeester over Ede, Barneveld en Rheden en jachtofficier van de koning in het departement Gelderland.

Reizen

In 1799 maakt Reinhard een reis langs verschillende Duitse steden als afronding van zijn studie. Reinhard en Goswina gaan in 1801 naar Parijs en bezoeken verschillende bezienswaardigheden rondom de stad. In 1820 reist Goswina samen met de kinderen nogmaals naar Parijs.

Op Rosendael

Reinhard verblijft eerst vooral in het huis in Den Haag. Rosendael is een buitenhuis en wordt voornamelijk in de zomermaanden bewoond door de eigenaren. Al in het eerste jaar na de vererving, komen er beproevingen voor Reinhard; Gelderland is bezet door de Fransen en ook op Rosendael zijn gevechten. Het kasteel en landgoed lijden veel schade en ook andere bezittingen blijven niet ongedeerd. Het echtpaar is vooral gericht op hun onderkomen in Den Haag, maar rond 1800 moderniseren zij Rosendael. Het echtpaar richt de kasteelvertrekken in de nieuwe mode in. In de tuin wordt een deel van de geometrische aanleg vervangen door meer landschappelijke elementen zoals boomgroepen.

Nazaten

Het echtpaar krijgt drie kinderen: Henriëtte Jeanne Adelaïde (1802-1877), Eusebia Jacoba Alexandrina (1804-1810) en Assueer Lubbert Adolph (1806-1842). Reinhard overlijdt jong en Goswina richt zich op de opvoeding van de kinderen en het beheer van het landgoed. Zij is een van de rijkste inwoners van Gelderland. De jongste zoon, Assueer Lubbert Torck, wordt na het overlijden van Goswina in 1830 de nieuwe heer van Rosendael.