Quaco en Kasteel Rosendael

Stripverhaal over het Nederlandse slavernijverleden

Quaco is de hoofdpersoon in het eerste het eerste stripverhaal over het Nederlandse slavernijverleden, gemaakt door Ineke Mok en Eric Heuvel. Quaco is geboren in Guinee en blijkt verbonden aan Kasteel Rosendael, in Rozendaal bij Velp. Hoe kwam Quaco daar in de achttiende eeuw terecht? Wat is er te vinden over zijn leven en verblijf in Gelderland? Aan de hand van informatie uit het stripboek en enkele blogs van Ineke Mok een reconstructie over Quaco en Kasteel Rosendael.

'Futuboi' en lijfeigene

Via John Gabriel Stedman (1744-1797), een Schots-Nederlandse kapitein krijgen we een inkijk in het leven van Quaco, al is de informatie beperkt. Stedman komt in 1773 naar Suriname met als doel de strijd aan te gaan tegen marrons, tot slaafgemaakten die vluchten van de plantages. Hij verblijft er gedurende vier jaar en houdt een dagboek met (aan)tekeningen bij van deze strijd. In 1796 wordt dit dagboek in Londen uitgegeven onder de titel: Stedman Narrative of a Five Years Expedition against the Revolted Negroes of Surinam.

Uit het dagboek van Stedman blijkt dat Quaco voordat hij de zogenaamde futuboi, de persoonlijke bediende van Stedman wordt, 'eigendom' is van de Schotse plantage eigenaar Walter Kennedy. Stedman ontmoet Kennedy vlak nadat hij arriveert in Paramaribo.  Stedman: "Ik was uitgenodigd om te komen dineren bij de heer Kennedy (…) Hij leende mij zijn negerjongen om mijn parasol te dragen zolang ik in de kolonie ben". Quaco is dan ongeveer twaalf jaar. In 1775 koopt Stedman Quaco voor vijfhonderd gulden van Kennedy.

Naar de Republiek

Als op 1 april 1777 de diensttijd van Stedman in Suriname er op zit, keert hij samen met Quaco terug naar Holland. In een konvooi van zes schepen met manschappen en een lading koffie, katoen en cacao arriveerden ze eind mei op Texel. Vanuit Texel reist Quaco per boot mee met Stedman om korte tijd te wonen in Den Bosch, Zutphen en Bergen op Zoom. In Zutphen en Bergen op Zoom gaat Quaco naar school.

Naar Kasteel Rosendael

Het is niet helemaal duidelijk wanneer Quaco op Kasteel Rosendael arriveert. Stedman meldt in 1777 dat hij met toestemming van Quaco hem 'cadeau' doet aan de barones van Rosendael, Eusebia Jacoba de Rode van Heeckeren, gehuwd met Assueer Jan Torck van Rosendael. Uit archieven die Ineke Mok onderzocht blijkt dat hij pas jaren later bij de familie Torck van Rosendael in dienst komt. Dan is Quaco inmiddels vrijverklaard (10 juli 1778).

Ineke Mok vond een volgend spoor van Quaco dat verband houdt met Kasteel Rosendael in het Gelders Archief, in een brief uit 1782-83, van of aan Betje, een van de dochters van de familie Torck van Rosendael. Rechtsonder staat:'le swarte Willem, comment fait il avec son argent'(…). Quaco werd door de familie Torck van Rosendael ''swarte Willem'' genoemd.

Doopvermelding als 'Willem'

De naam Willem is ook terug te vinden in de doopvermelding van Quaco. Op 13 november 1785 is Quaco gedoopt in de Nederduits Gereformeerde kerk van Rosendael, vlak naast het kasteel. Bij zijn doopvermelding staat : 'een Afrikaansche Moor in dienst van de WLHG (Weledelgeboren hooggeboren) heer van Rosendael'. Bij zijn doop krijgt hij de naam: Willem Stedman of Stidtman, vernoemd naar zijn eerdere meester.

In 1790 werd Quaco lid van de kerk van Someren in Brabant en vanaf dan is hij bediende op het nabijgelegen kasteel Asten van baron Assueer Jan Torck (1733-1793), heer van Rosendael.  In 1792 wordt hij hier om onduidelijke redenen weggestuurd.

Laatste teken van leven

Quaco monstert op 19 november 1792 aan op het VOC-schip IJsselmonde. Vanuit Goederede in Zuid-Holland vertrekt hij naar Batavia waar hij in augustus 1793 arriveert.  Zijn naam is terug te vinden in het soldijboek van dit schip: matroos Willem Stedman of Stidman, van de kust van Guinee. Op 31 oktober 1795 eindigt zijn contract bij de VOC en het schip de IJsselmonde wordt een jaar later gesloopt. Dit is het tot nu toe laatste teken van leven van de dan ongeveer 32 jaar oude Quaco.

Meer lezen? In het stripverhaal over Quaco staan erg veel details over het leven van Quaco, vertelt vanuit zijn eigen perspectief. Op de website van het stripboek staan ook meer bronnen en lesmateriaal.

Geïnteresseerd in meer verhalen over het slavernijverleden van Gelderland, Nederland of de wereld? Kijk dan vooral op de website van Mapping Slavery

Bronnen:


Rechten

Else Gootjes, Erfgoed Gelderland, CC-BY-NC

  • Sporen van slavernijverleden

  • Oost - West

  • 1700-1800

  • Rozendaal

  • Arnhem e.o.

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl