Andries Lau woonde rond 1820 bij dominee Conrad Conrad Schwiers en zijn vrouw Mary Stafford.(1) In de Heerenstraat in Wageningen was Zephir huisknecht bij de rentenier Herman Kleijn. Van Zephir weten we niets meer dan dat hij in Demarary in het tegenwoordige Guyana is geboren, waarschijnlijk in slavernij. Misschien was hij eenmaal aangekomen in Wageningen wel een vrij man.
Over Andries Lau, bediende van dominee Conrad Schwiers, weten we iets meer. Die kennis begint bij Conrad Schwiers, die predikant was van de Hervormde Kerk op Sint Eustatius en aansluitend in Batavia en Londen.(2) Daar trouwde hij met Mary Stafford, een dochter van een predikant.(3) Het echtpaar vestigde zich in 1802 de Nederlandse kolonie Berbice, waar zo’n veertig jaar eerder een langdurige opstand van slaafgemaakten plaatsvond.(4) Het echtpaar bezat in Berbice de plantage Uytvlugt. Als predikant kon Schwiers beschikken over een schip en zes slaafgemaakten.
Van de de slaafgemaakten op plantage Uytvlugt is weinig bekend. Wel bekend is dat in 1804 de plantage een arbeider moest leveren voor werkzaamheden aan het Fort Andries. Toen het echtpaar Schwiers de plantage verkocht, bepaalden zij dat de achtjarige ''jonge slaaf Andries Lau'', die tot de plantage behoorde, alleen voor hen hoefde te werken en onder hun ''opzigt, gezag en orders'' zou blijven staan.(5) De reden voor deze speciale conditie staat er niet bij. Was hij een vriend of een ''speelslaaf'' van een van hun kinderen? Bij hun vertrek naar Nederland in 1818 naar Nederland, kochten ze de inmiddels elfjarige Andries voor vijftienhonderd gulden en namen hem mee naar Wageningen.(6)
Andries Lau kwam te wonen in het luxe appartementengebouw Bassecour, dat de bemiddelde dominee en zijn vrouw hadden gekocht. Zag hij ook de rivier langs de Betuwe stromen of had hij slechts een kamer in het souterrain? Mocht hij naar school of was hij huisknecht? Zeker is dat Andries na vijf jaar inwoning bij de familie Schwiers - zo rond zijn zestiende jaar - van zijn "slaafsche diensten" werd ontslagen. Het echtpaar Schwiers verklaarde hem per notariële akte van 13 maart 1823 tot "vrij mensch", die kon gaan en staan waar hij wilde en verstrekte hem tot bewijs daarvan een afschrift van de akte. Uitdrukkelijk werd ook bepaald dat hij naar Berbice kon terugkeren wanneer hij dat wilde. Of hij dat heeft gedaan, weten we (nog) niet. Verdere sporen van hem ontbreken.
Geïnteresseerd in meer verhalen over het slavernijverleden van Gelderland, Nederland of de wereld? Kijk dan vooral op de website van Mapping Slavery.
Bronnen en verder lezen:
(1): Het Bassecour is rond 1740 gebouwd op initiatief van Lubbert Adolf Torck, heer van Rosendael. Het grote gebouw bestond uit luxe huurwoningen met uitzicht over de rivier. Van 1876 tot 1990 was het Bassecour het hoofdgebouw van de Landbouwuniversiteit Wageningen (en haar voorgangers). Inmiddels is het opnieuw een appartementengebouw.
(2): Schwiers’ eerste echtgenote was Gerarda Weppelman uit Veenendaal, zij overleed op St. Eustatius. Zie 'grofkeramiek' (PDF).
(3): Volgens Genealogie Online heette de vader John Stafford. In de Legacies of British Slaveownership is ook een John Stafford, met weinig verdere informatie.
(4): Marjoleine Kars, Bloed in de rivier. Het onbekende verhaal van de massale slavenopstand in een Nederlandse kolonie (Amsterdam 2021). ; Recensie in Trouw.
(5): Gemeentearchief Wageningen, Notariële Archieven, inv.nr. 1568 (akten notaris mr. H.B. van Daalen, nr. 25 d.d. 13 maart 1823). De plantage werd uit de hand verkocht aan John Downer en Michal Bennett.
(6): Gemeentearchief Wageningen, Notariële Archieven, inv.nr. 1568.
Oorspronkelijke auteur: Kees Gast (mei 2020) van Oud Wageningen, bewerkt voor Sporen van Slavernij Gelderland door Dineke Stam en Else Gootjes. , CC-BY-NC
Sporen van slavernijverleden
Oost - West
Personen
1800-1900
Wageningen
Arnhem e.o.