Hoe het Koloniaal Werfdepot in Harderwijk komt

Sporen van slavernij in Harderwijk - deel 3

Harderwijk staat bekend om de visserij, de Hanze en de universiteit. Minder besef is er over de connecties met koloniale slavernij. Deze serie sporen laat zien hoe een paar protestantse families met koloniaal-militaire achtergrond hun stempel op de stad drukten. De relatief kleine stad aan de Zuiderzee stond in de achttiende en negentiende eeuw in verbinding met Suriname, Nederlands-Indië en St. George d’Elmina in hedendaags Ghana. Dat brengt directe en indirecte sporen van slavernij mee. In vier delen gaan we in op Jan Bavius de Vries en de Friesegracht, het Burgemeestershuis aan de Vismarkt, de vestiging van het koloniaal werfdepot en sommige Afrikaanse bewoners ervan.

Van generatie op generatie: stadsbestuur en slavernij

Johan Cornelis François de Vries (1750 - 1823), de zoon van Jan Bavius, woont vanaf 1794 in het huis op de Vismarkt in Harderwijk.(1) Hij promoveert in de rechten aan de Universiteit van Harderwijk. Net als de andere familie verdient hij op afstand veel geld met de handel in mensen en het stelen van hun arbeid op plantages. Zo verkopen J.C.F. de Vries en zijn vrouw Mechtelt in 1777 drie 'timmer negers' met de namen Gain, Cornelis en Intrest voor drieduizend gulden aan Hendrik van der Schaaff. Aan dezelfde man verkoopt Jan Bavius de Vries de timmerman Joost, een 'capabele mulat', voor vijfentwintighonderd gulden.(2) Over het verdere leven van Intrest, Cornelis, Gain en Joost is tot nu toe niets bekend.

J.C.F. de Vries en zijn oudste broer Hendrik J. Arnoud de Vries erven na de dood van Jan Bavius in 1798 de familieplantages, zoals Bodenburg met 135 tot slaafgemaakten. Tot 1843 blijven de plantages in familiebezit, deels in administratieve fondsen als Steenberg & Saffin en Hudig en Whaley.

Lobby van De Vries

In 1785 wordt J.C.F. de Vries secretaris voor de stad Harderwijk. In 1808 is hij gastheer voor koning Lodewijk Napoleon, een gevelsteen op de Vismarkt 55-57 herinnert nog aan die logeerpartij. Vanaf 1814 is J.C.F. burgemeester en lid van de provinciale raad van Gelderland.(3) Het tekent de militair-koloniale familiegeschiedenis van J.C.F. de Vries dat hij er voor zorgt dat de nieuwe trainingsbasis voor koloniale troepen - het Koloniaal Werfdepot - in Harderwijk wordt gevestigd. De Vries reist naar Den Haag voor een lobby. Johannes van den Bosch, voormalig kolonel in het leger in Nederlands-Indië en generaal-majoor onder Willem I kiest voor Harderwijk. Het Koloniaal Werfdepot blijft er van 1814 tot 1909. De stad wordt een belangrijk centrum in het koloniale Nederlandse wereldrijk.(4)

Soldaten in opleiding

In het trainingskamp aan de Smeepoortstraat worden ongeveer honderdvijftigduizend Europese soldaten opgeleid om vervolgens via Rotterdam of Hellevoetsluis verscheept te worden naar de koloniën in Suriname en Indonesië, om het verzet tegen de koloniale bezetting te breken. Alleen al in Nederlands-Indië zijn minstens vijfhonderd koloniale oorlogen uitgevochten. De stad Harderwijk verdient aan de soldaten in opleiding die hun soldij uitgaven in de binnenstad. Koloniale oorlogen zorgen voor pieken in de stadsinkomsten.

Afrikaanse KNIL-soldaten

Het constante verzet tegen het Nederlandse koloniale bewind kan alleen met een groot koloniaal leger onder de duim worden gehouden. Vooral na de afscheiding van België in 1830 is er tekort aan manschappen. Hierdoor dienen veel niet-Nederlandse Europeanen en lokale bewoners in het Oost-Indische leger. Ook in de omgeving van de vroegere Nederlandse slavenforten aan de Guinese kust zoekt men naar soldaten.(5) De Nederlandse overheid sluit een overeenkomst met de koning van Ashanti, Kwaka Dua I. Kwaka Dua zou mannen leveren voor het KNIL en Nederland levert in ruil daarvoor wapens.(6) Dit is een verkapte vorm van slavenhandel, die officieel al is afgeschaft in 1814. De Afrikanen worden vaak Donko genoemd, een verzamelnaam voor slaafgemaakten. Uiteindelijk zijn er meer dan drieduizend Afrikaanse soldaten gerekruteerd door de Nederlandse overheid vanuit St. George d’Elmina.

'Vrijkoopsom'

In ruil voor een contract van zes of twaalf jaar in het KNIL, kopen de Afrikaanse mannen hun vrijheid terug. Van hun soldij wordt een 'vrijkoopsom' ingehouden. Vaak krijgen ze minder goede kleding en materiaal. Hun militaire rang is meestal fuselier en hun afkomst staat er vaak bij.(7) Een kleine groep van 44 rekruten uit 1831-1832 stond niet vanuit de slavernij onder contract.(8) De Afrikaanse soldaten worden in Indonesië 'Belanda Hitam' genoemd: Zwarte Hollanders. Meer dan vierhonderd van hen blijven na de diensttijd op Java wonen, vaak in Kampong Afrikan in Poerworedjo. Dit doet ook een voorouder van Griselda Molemans. Hij heet Naaba Jam of Naaba Yambaka ('de panter'), in het KNIL is hij soldaat fuselier Molemans.(9)

Lees hier deel 1, hier deel 2 en hier deel 4 van deze serie sporen. Zie hier het portret van Westervelt en hier dat van De Vries.

Geïnteresseerd in meer verhalen over het slavernijverleden van Gelderland, Nederland of de wereld? Kijk dan vooral op de website van Mapping Slavery

Bronnen:

(1) We hebben nog geen concrete aanwijzingen dat daar ook ex-slaven bij waren. De Gouverneur noteert alleen De Vries. Zijn vrouw en zoontje vertrekken in 1751 naar Amsterdam. 

(2) Recognitieboek 1776-1788, folio 024 (PDF). De personen mochten geen ziektes zoals boasie (lepra) en jaas (framboesia) hebben. Deze ziektes waren een groot probleem op de Surinaamse plantages en veel slaafgemaakten stierven hieraan. 

(3) Kroniek Harderwijk 1231-1931, 201.

(4) M.P. Bossenbroek, Volk voor Indië. De werving van Europese Militaire voor de Nederlandse Koloniale dienst 1814-1909 (Amsterdam 1992).

(5) Bossenbroek, Volk voor Indië.

(6) Als deel van deze afspraak kwamen ook de twee Ashantijnse prinsen Kwasi en Kwame naar Nederland om hier onderwijs te krijgen. Zie ook: Arthur Japin, De zwarte met het witte hart

(7) H.M. Harzog, Alfabetisch Naamregister van Militairen en oud-militairen van het Oost-Indisch leger. Overleden te Harderwijk (1993), 1.

(8) I. van Kessel, Zwarte Hollanders: Afrikaanse Soldaten in Nederlands Indië (Amsterdam 2005), 60.

(9) G. Molemans, In het voetspoor van de panter (Amsterdam 2005).


Rechten

Rune Sassen, Dineke Stam, Else Gootjes, CC-BY-NC

  • Sporen van slavernijverleden

  • Oost - West

  • 1700-1800

  • Harderwijk

  • Veluwe

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl