Op Paaszondag 1818 werd in de hervormde kerk van Gorssel de kleermakersgezel uit ‘de Oost’, die tot dan toe bekend was onder de naam Nuncius Houtman of Zoutman, op belijdenis gedoopt. Bij deze gelegenheid kreeg hij de naam Christiaan van Gorssel. In het doopregister ontbreken de namen van getuigen en zo ook de namen van zijn ouders, want niet bekend. Zijn leeftijd moest worden geschat: ongeveer eenentwintig jaar. Een jaar later huwde Christiaan van Gorssel in dezelfde kerk met Adriana Fettelaar, ‘boerenmeid’ en dochter van een veldwachter.
Dat de ouders en de leeftijd van Christiaan onbekend zijn, maar vooral dat hij bij zijn doop de naam Christiaan van Gorssel kreeg, doet vermoeden dat hij niet als vrij persoon, maar als slaafgemaakte in Nederland terecht was gekomen; de doopnaam Christiaan in combinatie met een topografische achternaam kregen meer (jonge) mannen die als slaafgemaakte waren meegenomen uit de koloniën, zoals Christiaan van der Vaart uit Haarlem (bij de Leidse Vaart) en Christiaan van der Vegt uit Weesp (bij de Vecht).(1)
Verklaringen van getuigen voorafgaand aan Christiaans huwelijk bevestigen dit vermoeden en geven in combinatie met enige andere documenten een inkijkje in zijn leven.(2) Nuncius was de bediende geweest van Jan Harris. Met hem was hij in 1804 en mogelijk eerder vanuit Batavia naar Nederland gekomen. In 1804 logeerden ze in het Oude Zijds Heerenlogement te Amsterdam, zoals vermeld in de huwelijkspapieren van Jan Harris, die trouwt met Margretha Geertruid Chevalier.(3) Nuncius was toen niet ouder dan acht jaar, Jan Harris negentien.
Jan Harris schreef zich in als burger van Zutphen.(4) In 1805 betrok het kersverse echtpaar met Nuncius het huis op de Meeuwenberg te Voorst/ Brummen. Datzelfde jaar schreven Harris en Chevalier zich in als lidmaat van de kerk te Voorst, waar ook hun eerste kind werd gedoopt.(5)
Hoe lang Nuncius nog in het huis heeft gediend? Vanaf 1813 was hij in ieder geval kleermakersgezel, onder meer te Gorssel aan de overkant van de IJssel. Daar vestigde hij zich met zijn vrouw Adriana, afgezien van een kort verblijf in Deventer/ Diepenveen, in de bakkerij op de Gorsselse Heide, waar nu boerderij Veldzicht is.(6) Ze kregen acht kinderen, van wie er twee nog in het geboortejaar overleden. Kleermaker Christiaan van Gorssel overleed in 1831, in den ouderdom van ‘vermoedelijk’ 34 jaar, geboren ‘buitenlands, waarschijnlijk Oost Indiën’, ouders niet bekend.(7) Er zijn ook nu nog nakomelingen van Christiaan van Gorssel, maar of een van hen het verhaal van hun bet(bet)overgrootvader kent? En wie was Jan Harris eigenlijk?
Nuncius kwam dus omstreeks 1804 in Nederland aan vanuit Batavia met zijn baas Jan Harris, ongeveer negentien jaar oud. Wie was Jan Harris, bij wie Christiaan in dienst was? De naam Jan Harris komt voor in het Amsterdams Archief, notariële akten, die betrekking hebben op Nederlands-Indië, verder zijn er interessante stukken van hem in ‘Oostindische’ bronnen via het CBG. Deze stukken gaan ook over tot slaafgemaakten die al dan niet ter ‘adoptie’ gaan of worden vrij verklaard. Het is bij sommige stukken wel de vraag of het gaat om deze Jan of een oudere Jan Harris, bijvoorbeeld de vader van. Wellicht is na te gaan hoe Jan Harris Nuncius in bezit heeft gekregen. Is te achterhalen met wel schip Jan Harris en Christiaan van Gorssel aankwamen?
Geïnteresseerd in meer verhalen over het slavernijverleden van Gelderland, Nederland of de wereld? Kijk dan vooral op de website van Mapping Slavery.
Bronnen en verder lezen:
Ineke Mok, CC-BY