“Met eene kruis-Orangbaai van Noessa Laut werd bij ons aan boord gebragt, het hoofd der muitelingen van dat eiland, Paulus Triago, Radja van Aboeboe, vergezeld van een jong en schoon Indiaansch meisje. Spoedig vernam ik, dat zij de eenige dochter van den gevangen Radja was, en Christina Martha heette. Bij alle gevechten tegenwoordig, had zij niet alleen de wapens van haren grijzen vader gedragen, maar zelfs onder de voorvechters den Tjakileli of krijgsdans mede gedaan, en in dapperheid en bloeddorstigheid uitgemunt”. (1)
Het antwoord op deze vraag is niet gemakkelijk te geven. Bronnen zijn schaars en eenzijdig, lokale orale overleveringen lijken afwezig. (2) Christina Martha is geboren in de dorpsgemeenschap Abubu op het eiland Nusalaut. Een precieze geboortedatum is onbekend, net als die van haar doop. En wanneer zij pas als tiener is gedoopt, wat was dan de inheemse naam van het meisje ‘Christina Martha’? (3)
Over haar moeder is niets bekend, niet eens een naam. Zij moet al vroeg zijn overleden. Christina’s vader Paulus Tiahahu was een (christelijke) Molukse strijder tegen het Nederlandse koloniale regime en de vijftig ruim gepasseerd toen zijn dochter werd geboren. Het geslacht van Tiahahu behoorde tot de stichters van Abubu en vervulde al eeuwenlang de functie van kapitan, voorvechter van de dorpsgemeenschap. Paulus werd door de Nederlanders beschouwd als een van de belangrijkste opstandelingen van het eiland Nusalaut. In alle contemporaine bronnen wordt Christina Martha omschreven als de wapendraagster van haar vader. Het is echter niet duidelijk welk direct aandeel zij in de oorlog hebben gehad.
Christina Martha Tiahahu kwam op 14 november 1817 als krijgsgevangene aan boord van het schip van Ver Huell. De Pattimura oorlog was bijna ten einde. Ver Huell besteedt relatief veel aandacht aan deze jonge Molukse vrouw, de verhoren van de gevangengenomen strijders en oorlogsleiders, mogelijk omdat dit juist de gebeurtenissen zijn waarbij hij direct betrokken is geweest. Christina Martha werd vrijgesproken voor haar aandeel in de oorlog, haar vader werd wel veroordeeld en geëxecuteerd, zijn lichaam door Nederlandse matrozen en militairen onteerd. Christina Martha werd daarna ‘bij den schoolmeester van Aboeboe besteed’. (4)
Christina Martha ontsnapte al snel aan haar huisarrest. Welke hoop op een toekomst in vrijheid zou zij hebben gehad? Haar ontsnapping was van korte duur, de lokale elite van het eiland verzocht de Nederlandse bezetter om haar en andere ‘zeer schadelijke sujetten’ van het eiland te verwijderen. (5)
Op 17 december kwam Christina Martha zo opnieuw bij Ver Huell aan boord, onderweg om te worden verbannen en weggevoerd naar een leven van dwangarbeid in slavernij. De gezondheid van Christina Martha verslechterde snel en zij weigerde medicatie en voedsel tot zij uiteindelijk op 2 januari 1818 op zee overleed. Christina Martha kreeg tussen de eilanden Buano en Obi een anoniem ‘zeemansgraf’ in de Seramzee. (6)
Ver Huell is de enige ooggetuige die over Christina Martha Tiahahu heeft gepubliceerd en haar beeltenis op papier heeft vastgelegd. Zijn beschrijving, verbeelding en publicaties spelen een belangrijke rol in de beeldvorming en status van nationale heldin, waarbij feit en fictie steeds meer zijn vermengd. Lees hier meer over in Pahlawan nasional Martha Christina.
Geïnteresseerd in meer verhalen over het slavernijverleden van Gelderland, Nederland of de wereld? Kijk dan vooral op de website van Mapping Slavery.
Noten:
Aschwin Drost, Scribe Diem, CC-BY
Sporen van slavernijverleden
Oost - West
1700-1800
Arnhem
Arnhem e.o.