De noordelijke Molukken en Ambonse eilanden vormden de belangrijkste locaties voor kruidnagel. Net als op de zuidelijker Banda-eilanden werd door Nederlandse kolonialisten met bruut geweld een monopolie afgedwongen. De kruidnagelteelt werd geconcentreerd op Ambon en omliggende eilanden Haruku, Saparua en Nusalaut, met grootschalige inzet van dwangarbeid door mensen in slavernij. (1)
Vanaf 1796 kwamen de eilandbewoners in de Indonesische archipel als gevolg van oorlogen in Europa afwisselend onder Nederlandse en Britse koloniale bezetting. Na de definitieve val van Napoleon in 1815 werd de ‘teruggave’ van de koloniën opnieuw vastgelegd. Niet aan de lokale bevolking, maar opnieuw aan de Nederlandse kolonialisten. (2)
De machtsoverdracht werd eiland voor eiland afgedwongen door de Nederlanders. Er was tegenwerking van Britse bestuurders en zeker in de buitengebieden was er veelvuldig verzet van lokale leiders en bevolking. De inheemse samenlevingen waren de voorbije decennia nooit betrokken bij de veranderingen, besluitvorming en maatregelen van opeenvolgende Europese koloniale bezetters. Opnieuw werd vanuit Europa over de hoofden van de bevolkingsgroepen over lijf en leven beslist.
Enkele weken na de Nederlandse machtsovername op de Ambonse en Molukse eilanden brandde in mei 1817 de Pattimura-oorlog, genoemd naar de Molukse oorlogsleider Thomas Matulessy (1783-1817), in alle hevigheid los. (3)
De oorlog is direct terug te voeren op het hardvochtige beleid gedurende de vorige Nederlandse Nederlandse bezetting tussen 1808-1811, onder de Gelderse gouverneur-generaal Herman Willem Daendels (1762-1818). Hij had geen oog voor de bewoners van de archipel, laat staan voor de mensen in slavernij. De Patriottische ideeën van vrijheid en gelijken rechten, waarmee Daendels in Nederland bekend geworden was, golden blijkbaar niet voor de bewoners van de Indonesische archipel. Zijn prioriteit lag bij de verdediging van de kolonie tegen de Engelsen, waarbij de eilandbevolking en slaafgemaakten gedwongen ingezet werden. Onmenselijke omstandigheden hadden duizenden levens geëist. (4)
De angst voor terugkeer naar het inhumane Nederlandse beleid onder Daendels vormde een belangrijke drijfveer voor de Pattimura oorlog. In de Nederlandse bronnen wordt de oorlog omschreven als muiterij en opstand, als was het slechts een rebellie tegen het wettelijke gezag. Hiermee worden de drijfveren van de Molukkers en hun strijd tegen onderdrukking en een vrij leven op de Molukse eilanden tekort gedaan. Onder leiding van Thomas Matulessy werd een lijst met klachten tegen het Nederlandse bestuur opgesteld, afgesloten met een waarschuwing en ondertekend door de regenten van de verschillende eilanden. De oorlog werd in eerste instantie niet gevoerd tegen koloniale overheersing op zichzelf, of voor Molukse onafhankelijkheid. De strijd ging wel en expliciet om vrijheid van leven.
Na de verovering van fort Duurstede op het eiland Saparua op 14 mei 1817 volgde in fases een bloedige strijd, waarbij aan beide kanten vele slachtoffers vielen. Pogingen tot onderhandelingen in juli liepen op niets uit. Uiteindelijk kregen de Nederlanders de overhand nadat eind september en begin oktober oorlogsschepen met versterkingen arriveerden, waaronder hulptroepen uit Ternate en Tidore. Na heftige gevechten verloren de Molukse strijders de greep over hun geboortegronden, waarna de eilanden door de Nederlanders opnieuw onderworpen werden.
Op 16 december werden de voornaamste gevangen vrijheidsstrijders, waaronder Kapitan Pattimura opgehangen. Ruim honderd opstandelingen werden jarenlang in slavernij gebracht en tewerkgesteld op Java. Enkele maanden later zou een brief van Maurits Ver Huell onbedoeld krantenlezers in Nederland bekend maken met de Pattimura oorlog. Lees hier verder.
Geïnteresseerd in meer verhalen over het slavernijverleden van Gelderland, Nederland of de wereld? Kijk dan vooral op de website van Mapping Slavery.
Bronnen:
Aschwin Drost, Scribe Diem, CC-BY
Sporen van slavernijverleden
Oost - West
1700-1800
Arnhem
Arnhem e.o.