Op naar Indië

Dienstplicht na de oorlog

Na de oorlog ging Wim Leijzer al snel aan de slag als onderwijzer in Braamt. Toen hij daar net een halfjaar was, werd hij opgeroepen voor de militaire dienst. Na een tijd van training in Eibergen ging hij op weg naar Nederlands-Indië. Hij vertelt over hoe hij die tijd beleefd heeft.

Training in Eibergen

‘Van mijn opleiding heb ik niet veel meegekregen. Toen aan de poort duidelijk werd dat ik onderwijzer was, moest ik meteen helpen met het opschrijven van de gegevens die bij binnenkomst gevraagd werden van iedereen. Meteen na de eerste dag ben ik toen ook bij de administratie terechtgekomen. Een enkele keer moest je eens mee met een veldloop of een schietoefening. Ik wist wel hoe een geweer werkte maar voor de rest niet.

Naar Indië

Helemaal aan het begin, bij de keuring, vroeg de officier aan mij: “Hoe vind je het, dat je naar Indië gaat?” En ik weet nog dat ik geantwoord heb: “Ik vind het niet erg. Als het daar rustig wordt, dan blijf ik daar, als onderwijzer.” En toen werd het niet rustig.

‘s Nachts, tegen een uur of vier, vijf, zijn we in vrachtwagens naar Ede gegaan. Vanuit daar zijn we met de trein verder gegaan naar Amsterdam. Vanaf daar vertrok de boot, op 27 september. We kwamen op 25 oktober in aan in Tanjung Priok, de haven van Batavia. Ik ben er meer dan drie jaar geweest en heb altijd gezegd: Ik ben daar in een verkeerde tijd geweest. Het is een heel, heel mooi land. En over het algemeen was de bevolking vriendelijk.

Eén keer naar huis bellen

In al die tijd heb ik één keer naar huis gebeld, toen mijn ouders dertig jaar getrouwd waren. Je moest het gesprek eerst aanvragen en dan naar Bandung toe. Verder hoefde je zelf niets te doen. Je had je koptelefoon op en je microfoon stond voor je. Er werd dan gezegd: “Je hebt verbinding.” Ik had naar huis geschreven en wist heel goed dat het thuis één uur in de middag was en in Bandung acht uur ‘s avonds. Dat moest je heel goed afspreken van tevoren. Het was enorm duur daar.

Aanspreekpunt

Omdat ik onderwijzer was, hadden ze ontzag voor me. Dat viel me toen heel erg op. Heel vaak als er moeilijkheden waren kwamen ze bij mij. Dan was ik soldaat. Ze kwamen niet naar een onderofficier, maar naar mij. Eigenlijk deed ik het werk van een onderofficier, want ik moest ook de wacht uitzoeken. Er waren van die jongens die dan zeiden: “Kunnen we niet een keer samen op wacht?” Dan wist ik al: oh, er komt weer wat.

Terug naar Nederland

Ik kwam terug in Nederland en ben in 1950 weer aan het werk gegaan. Het kostte mij in het begin veel moeite om geen Maleis te praten. Dat had ik geleerd van het inlandse personeel. Van hen spraak er eentje Nederlands, maar de rest alleen Maleis. Wat er gebeurd was in Indonesië werd doodgezwegen. Men zag wel in: “Dit is fout geweest, dat we die daarnaartoe gestuurd hebben.’’’

 

Voor ‘Een nieuwe tijd! Wederopbouw in de Achterhoek’ vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in de Achterhoek in de periode 1940-1965. Dit verhaal over dhr. Wim Leijzer is geschreven door Kees Huntink op basis van een oral history-interview afgenomen door Rob van Dijk in december 2019.


Rechten

Rob van Dijk & Kees Huntink, CC-BY

  • Wederopbouw in de Achterhoek

  • Oorlog

  • Personen

  • 1900-1950

  • Oude IJsselstreek

  • Achterhoek

Relevante links

Verwante collectiestukken

Ga naar CollectieGelderland

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl