Van september 1967 tot 14 augustus 1968 heb ik het genoegen gesmaakt om het leven op de 'Wittenberg' mee te maken in al z'n facetten. Op 22 mei '67 opgekomen in Tilburg voor de rijopleiding op de YA 314 en daar als eerste van de groep het rijbewijs gehaald bij sergeant-majoor Knapen, vervolgens naar de Ripperda kazerne in Haarlem om daar te worden getraind in het gewone soldatenwerk in de Overveense duinen.
Dan eindelijk naar de parate hap en ingedeeld als chauffeur bij 43 Bevo van de Aan- en Afvoertroepen (AAT). En wat een geluk, ik werd ook nog eens de jeepchauffeur van de pelotonscommandant (PC), Jaap van Splunter, die nota bene nog met mijn broer Jan op de Mulo in Alkmaar zat. Als kamergenoot trof ik er ook Jan Stoop als 616 Benzau piloot uit mijn mooie dorp Heiloo, zo waren de Noord-Hollanders met ook Kees de Geus uit Alkmaar van de staf met z'n 1-tons Web en sgt. Joost van Zoelen van het tweede peloton redelijk sterk vertegenwoordigd.
Op de legerplaats was een grote eetzaal, ook wel de vreetschuur genoemd, hier zat je stevig op elkaar gepakt aan lange tafels in grote getale de op de plate gekwakte prak naar binnen te werken…. maar niet voordat er een dankgebed omhoog werd gezonden, dus handen samen en ogen dicht, de christelijke opvoeding vereiste dat. Echter met zóveel ongeregeld om je heen was het niet slim om beide ogen te sluiten want je moest altijd op van alles bedacht zijn en de gasten in je onmiddellijke omgeving in de gaten houden. Zo kon het gebeuren dat onder het bidden een hand van de buurman iets lekkers van je bord probeerde te gappen, hetgeen dan direct werd verijdelt met een stevige linkse of een rechtse uithaal. Als wij benzine transport deden, hadden wij bij de lunch een bijzonder privilege, wij kregen dan een mok vol onvervalste koemelk, dit om het loodgehalte in het bloed te neutraliseren (lood werd toen nog als smeermiddel toegevoegd aan de benzine). De melk gaf je een bepaalde status, hoewel ik het nooit echt lekker vond.
Kerstmis 1967 moesten wij van het tweede peloton op de legerplaats blijven om wacht te lopen. Het ongemak van het lanterfanten op een doods kazerneterrein waar haast geen activiteit viel waar te nemen en het afwezig zijn op het familiefeest thuis, werd ruimschoots vergoed door een overheerlijk kerstmaal op de kamer, geregeld door de voornoemde PC, compleet met handgeschreven menukaarten voor de neuzen, lagen wij aan in eerste grijs. Het was geweldig! Ook herinner ik mij dat wij vanuit de keuken trommels met gestoomd krentenbrood toegeworpen kregen omdat de houdbaarheidsdatum al heel lang verstreken was. Door de gistende krenten en rozijnen was het alcoholpercentage in de ronde busbroden behoorlijk gestegen, het smaakte daarom hemels.
Als transporteurs van allerhande stukgoed zoals tenten, kachels, uitrusting en voedsel, kregen wij met een aantal mensen opdracht een bivak op te zetten voor een oefening in het buitengebied van Steenwijkerwold. Dit gebeurde voor het weekend en zo kon het gebeuren dat wij als AATers het bivak moesten bewaken en zo de komst van het voetvolk af te wachten bij klappertand temperaturen. Wat ga je dan doen? Juist, eieren bakken! Tsjonge, we hebben ons vol gegeten met de heerlijkste spiegeleieren. Wat is eten toch belangrijk als je 20 bent!
Dirk Best, CC-BY-NC