In de jaren vijftig (lichting 59-2) was ik AATer (Aan- en Afvoertroepen) gelegerd op de Wittenberg / kamp Stroe (tegenwoordig de Gen.Maj Kootkazerne) Na de basis- en chauffeursopleiding in Tilburg volgde ik een opleiding voor monteur en daarna voor specialist zware berging in Utrecht. Hierna werd ik geplaatst bij de zogenaamde Parate troepen 1e Legerkorps bij het 102 Transportbataljon op de Wittenberg.
Het eerste wat je daar deed was je strozak vullen. Er waren houten loodsen als onderkomen. In de zalen stonden stapelbedden. Dus iedereen kreeg een "slapie". In de zalen stond een kachel die je zelf moest stoken en die voor het slapen uit moest zijn. Soms werden daar eigen lichaamssappen als blusmiddel gebruikt.
Zelf werd ik ondergebracht bij het zogenaamde stafpeloton. Deze zaal was 2 x zo groot als de andere en er stonden geen stapelbedden. Mijn werkplek was op kamp Stroe, de garage, was in een Romneyloods. Ook hier stond een grote kachel. Voor mijn werk had ik een Diamont Tiger takelwagen. Wanneer je de lak wat wegkrabde bij de assen, kwam het woestijnzand tevoorschijn. Begin zestiger jaren werden deze "takeldozen" vervangen door DAF YB-616 voertuigen. Ik moest 21 maanden dienen, maar kreeg het voor elkaar om met 16 maanden af te zwaaien. Na twee jaar moest ik wel op herhaling naar La Courtine. Dit was een mooie vakantie.
Cor van Boven, CC-BY-NC