De bouw van het nieuwe stadhuis van Wageningen zorgde slechts voor een kleine bodemingreep. Binnen de funderingen bleef de bodem nagenoeg onaangeroerd, alleen de funderingssleuven werden uitgegraven.
De noord- en zuidgevel van gebouw met aanbouw werd aangetroffen. Op basis van het baksteenformaat zou het gedateerd kunnen worden in de veertiende of vijftiende eeuw, maar er zijn aanwijzingen dat dit formaat bakstenen ook na de vijftiende eeuw in Wageningen in gebruik zijn gebleven.
De blootgelegde funderingen komen overeen met een gebouw dat het 'Grote Huis' wordt genoemd en dat op een kaart van Van Geelkercken uit 1640 is ingetekend. Dit sluit aan bij de voorlopige zeventiende-eeuwse datering van een groot deel van de vondtsen. Het 'Grote Huis', tegenover de kerk gelegen, huisvestte al vroeg de notabelen van Wageningen. Éen van de bewoners in de zestiende eeuw was Sweer van Brakel, schepen en richter van Wageningen.
Uit de negentiende eeuw dateert een merkwaardig keldertje waar een deel van de vondsten werd aangetroffen. Ook werd een kelder van de Geldersche Credietvereeniging teruggevonden, daterend uit de tiwnigste eeuw. In de jaren zestig werd dit opvallende gebouw gesloopt. Nu is, deels op funderingen van het zeventiende-eeuwsehuis, de nieuwe raadzaal gebouwd.
Bron:
Peter Schut, Darinka Thijs (red.), Gelderse Archeologische Kroniek 2016, CC-BY-NC
Archeokroniek
Archeologie
1000-1500
Wageningen
Arnhem e.o.
De Gelderse Archaeologische Stichting is sinds 1930 het archeologis…
De provinciaal-historische Vereniging Gelre beoogt sinds haar opric…