Vlak voor de bevrijding werden in het bevrijd gebied enorme voorraden voor het westen aangelegd van biscuits, blikken vlees, vet, gecondenseerde melk, suiker en zout. Het wachten was op toestemming om het voedsel te verdelen in bezet gebied.
Over deze toestemming is op 30 april 1945 door de Geallieerde en de Duitse bevelhebbers vergaderd in een school in Achterveld, bij Apeldoorn. Ook Prins Bernhard was hierbij aanwezig. Bernhard kreeg van een moeder en dochter uit Achterveld bloemen aangeboden en was zeer vereerd. De bloemen waren voor… de verjaardag van zijn echtgenote, Prinses Juliana.
Op 1 mei 1945 konden de voedseltransporten formeel beginnen. Vanaf die dag vonden de voedseltransporten over de weg naar het nog niet bevrijde westen van Nederland plaats. Dit werd 'Operatie Faust' genoemd. Wageningen en Rhenen lagen in het niemandsland tussen Duits en geallieerd gebied. Onafzienbare stapels levensmiddelen ten behoeve van het uitgehongerde westen van ons land stonden langs de Nude opgestapeld.
Op 3 mei 1945 kreeg de Duitse Generaladmiral Hans-Georg Von Friedeburg van Grossadmiral Karl Dönitz, de opvolger van Adolf Hitler die op 30 april zelfmoord pleegde, het bevel om over een wapenstilstand te onderhandelen met Maarschalk Bernhard Montgomery, opperbevelhebber van de Allied Forces. Op 4 mei 1945 ondertekende Von Friedeburg, op de Lüneburger Heide in Duitsland de onvoorwaardelijke overgave van de Duitse strijdkrachten in Noord-Europa. De overgave werd van kracht op 5 mei 1945 om 08:00 uur.
Om de capitulatie, het ontwapenen van de Duitse soldaten en de terugkeer van de Duitse troepen naar Duitsland in goede banen te leiden, ontbood lieutenant-general Charles Foulkes, opperbevelhebber van de Geallieerden in Nederland, zijn Duitse evenknie Generaloberst Johannes Blaskowitz op 5 mei 1945 om 11.00 uur in Hotel De Wereld in Wageningen.
Blaskowitz, hoger in rang dan Foulkes stuurde eerst zijn ondergeschikte, de chef-staf Generaal Reichelt. Deze ontmoeting tussen Foulkes en Reichelt werd bijgewoond door de chef-staf brigade-generaal Kitching, Prins Bernhard (als vertegenwoordiger van de Binnenlandse Strijdkrachten) en een tolk. Reichelt kreeg de opdracht om 16.00 uur met zijn superieur Generaloberst Blaskowitz terug te komen.
Op diezelfde middag, 5 mei 1945 om 16.00 uur kwamen beide partijen opnieuw bijeen in de gelagkamer van het zwaar beschadigde Hotel De Wereld, waarbij Foulkes de bevelen met betrekking tot de capitulatie, de Orders to German Commanders on Surrender aan Blaskowitz voorlas.
In die Orders to German Commanders on Surrender is te lezen hoe de Duitsers zich dienen te gedragen en welke informatie de geallieerden van hen wensten te krijgen: locaties en aantallen soldaten, wapens, voertuigen, munitie, installaties, voorraden etc.
Om de benodigde informatie te verzamelen vroeg Generaloberst Blaskowitz 24 uur tijd, die hij van Foulkes kreeg. Afgesproken werd om zondag 6 mei 1945 opnieuw in Wageningen te ontmoeten, nu voor de definitieve ondertekening van de documenten.
De capitulatie was al een feit, maar met een ‘Jawohl’ van generaal Blaskowitz was ook duidelijk dat de Duitsers in ‘Festung Holland’ die capitulatie erkennen. De besprekingen over de Orders to German Commanders on Surrender maken het echter nodig, dat het document moet worden aangepast. Hiervoor is een schrijfmachine nodig, maar in de verwoeste stad blijkt er geen te vinden. Uiteindelijk, zo gaat het verhaal, werd een schrijfmachine geruild voor een slof sigaretten.
Bronnen en verder lezen:
Jelle de Gruyter (Stichting Hotel de Wereld); Stichting Cultuur in Wageningen, CC-BY-NC