Na de Februaristaking in 1941 besloot rijkscommissaris Seyss-Inquart, de hoogste vertegenwoordiger van het Duitse gezag in Nederland, dat het proces van Gelijkschakeling van de Nederlandse samenleving moest worden bespoedigd. De pers werd gecensureerd en ook de Gelderlander ontkwam hieraan niet.
G.H.J.B. Bodewes was sinds 1939 directeur van de Gelderlander. Bodewes bracht al in november 1944 een brochure uit waarin hij rekenschap aflegt over de koers van de krant in de Tweede Wereldoorlog. Ook het proces van Gelijkschakeling is goed te volgen. Zo schrijft Bodewes over 1940: ‘Al hetgeen den lezer interesseerde was verboden; berichten over bruggen, verkeer enz. waren niet geoorloofd. Uit de radio opgevangen berichten werden gewantrouwd en maar zelden vrijgegeven.’.
In april 1941 weigerde de Gelderlander advertenties van NSB en haar mantelorganisaties op te nemen in de krant. Het episcopaat had de katholieken immers verboden lid te worden van deze organisaties en dus vond de Gelderlander als katholieke krant het niet juist er wel advertenties voor te plaatsen. Over de in april 1941 geweigerde advertentie kreeg Bodewes één boze brief van de Duitsers, maar volgde daarna radiostilte.
Een reeks andere incidenten, weigeringen en hoogoplopende discussie deden de Gelderlander een jaar later echter toch de das om. Bodewes schrijft: ‘Op een vergadering van de afdeling Gelderland van het Verbond van Journalisten op 21 februari 1942, werd openlijk verklaard, dat voor journalisten, die de nationaalsocialistische leer niet wenschten te verkondigen geen plaats meer was.’. Twee dagen na die bijeenkomst ontving de Gelderlander een brief waarin bekend gemaakt werd dat de krant vanaf 16 maart 1942 geen papier meer geleverd zou krijgen. Als officiële reden werd papierschaarste naar buiten toe gecommuniceerd via de krant van 14 maart. De opstelling van de directie en redactie was echter de ware reden.
De eerste Gelderlander verscheen ruim twee jaar na het ‘papierschaarste-besluit’ op 22 september 1944, met op de voorpagina onder meer een proclamatie van koningin Wilhelmina en opperbevelhebber Dwight D. Eisenhower. De dag erna volgde ‘gewoon’ de volgende krant, waarin de redactie zich bijna euforisch richtte tot de lezers: ‘Tienduizend gretige handen konden wij vanaf het kantoor van onzen chef der drukkerij met het kostbare nieuws vullen’. De Gelderlander was ‘als een Phoenix herboren’.
Verder lezen en bronnen:
Elmar van de Ree, CC-BY-SA