Jacolien van Zutphen vertelt ons over haar vader W.J. van Zutphen, geboren te Wageningen: 'dit gedicht is tevoorschijn gekomen uit dagboekje van mijn vader van voor en tijdens de oorlog. Hij was toen militair, geboren in 1905, dus ik vermoed dat hij als reserve opgeroepen was vanaf 1938/1939. Hij was gelegerd bij het vliegveld Soesterberg (om dat te verdedigen) en ging daarna per fiets naar de Grebbeberg'.
De vader van Jacolien, W.J. van Zutphen, schreef tijdens zijn diensttijd in 1939 dus een gedicht: 'De Helm'. Jacolien: 'Hij was geen beroeps[militair]. In de oorlog [heeft hij] ondergedoken gezeten in o.a. Haarlem, Vleuten, en diverse plaatsen in Friesland. Niet lang voor het uitbreken van de oorlog schreef hij dit mooie gedicht. Het gedicht, 'De Helm', publiceren wij hieronder integraal:
De Helm is iets, dat is bekend,
Waar men niet zeer snel aan went.
Onmisbaar voor iedere militair,
Maar niet bijzonder populair.
In tijd van vrede of van rust
Verafschuwt men hem doelbewust.
Men scheldt hem uit en smijt ermee
En hij gehoorzaamt heel bedwee,
Want dienst weigeren KAN een dood ding niet
Groot verlof voor HEM ligt in ’t verschiet.
De oorlogsrang die hij bekleedt
Vooroorzaakt hem veel zorg en leed.
Hij krijgt de klappen voor de man,
Die hem als oorlogsdekking nam.
Ontvangt menig stoot en menig haal.
Er komen deuken in zijn staal.
Hij loopt elke dag met hoofdpijn rond
Door de oorlog aan ’t front.
Zijn meester draagt hem door de hel.
Voor hem is ’t elk moment ‘appėl’.
Menig leven ontging de door
Door de dekking die hij bood
Aan degene die hem draagt
En wiens leven wordt belaagd
Door de niets ontziende macht
Die hem voortstuwt dag en nacht.
Als de slaap zijn brein verdooft
Blijft de helm op ’t moede hoofd.
Zo gaat ’t dag in, dag uit
Zo gaat ’t steeds verder steeds vooruit
Totdat de door zijn meester velt
DAN kroont de helm een oorlogsheld.
W.J. van Zutphen (1939)
Het gedicht werd ons toegezonden door Jacolien van Zutphen in het kader van WO2-verhaal Gezocht. Lees de andere ingestuurde oorlogsverhalen in de special 'Getuigen van de Oorlog'.
Via Jacolien van Zutphen