De ontvreemding van het bevolkingsregister van Wageningen

Verzet in Wageningen

In de nacht van 2 op 3 januari 1943 werd een deel van het bevolkingsregister, namelijk de persoonskaarten, van de gemeente Wageningen ontvreemd door het verzet. In december 1942 had de Duitse bezetter aan het hoofd van de inspectie van de bevolkingsregisters in Den Haag opgedragen persoonsgegevens te verschaffen over de mannelijke Nederlanders geboren in de jaren 1918-1922, met het oog op tewerkstelling in Duitsland. De ambtenaren van het gewestelijke arbeidsbureau moesten de gegevens uit het bevolkingsregister halen.

Het plan

Martinus (Bob) Mebius was de jongste bediende op de afdeling bevolking. Met toestemming van de gemeentesecretaris Bergsma had hij de persoonskaarten van sommige illegale werkers en onderduikers uit het register gelicht en veilig opgeborgen.

Tijdens de kerstdagen van 1942 ontstond op verzetslocatie ‘Wolfswaard’ het plan om alle persoonskaarten weg te halen uit het stadhuis. Samen met Jan van Roekel en de studenten Henk Sijnja en Yge van der Wal werd in de nacht van 2 op 3 januari ingebroken in het stadhuis. De kast met de laden waarin de persoonskaarten werd geopend met een sleutel en de kaarten werden in een jute zak achterop de fiets vervoerd naar de ‘Wolfswaard’. Daar werden ze in het kippenhok gedeponeerd en later in het nabij gelegen moeras gegooid.

Ontdekking

Op 4 januari 1943 opende het stadhuis de deuren weer voor de dagelijkse gang van zaken in het nieuwe jaar, de inbraak en de verdwenen persoonskaarten werden ontdekt. De Wageningse politie en de Sicherheitsdienst (SD) uit Arnhem stelden direct een onderzoek in. Zij waren er vanaf het begin van overtuigd dat de daders gezocht moest worden onder de studenten en ontboden alle hoogleraren van de landbouwhogeschool op het politiebureau. Een vertegenwoordiger van de Arnhemse SD dreigde bij deze gelegenheid zelfs met sluiting van de Hogeschool indien ‘de zaak’ niet binnen drie dagen zou zijn opgehelderd.

Op 6 januari werden de nog aanwezige studenten samengeroepen in de aula op Duivendaal. De rector magnificus, professor Mees, riep de studenten op de gestolen kaarten terug te brengen. Hij beloofde daarnaast dat de daders niet zouden worden gestraft. Niemand meldde zich en noch werden de daders verraden.

Arrestaties

Op vrijdagochtend 8 januari werden drieëntwintig studenten, waaronder Joop Kerstiëns, gearresteerd en aan het eind van de dag werden er eenentwintig als gijzelaars naar kamp Amersfoort weggevoerd waar zij twee weken verbleven. Na die twee weken werden ze overgebracht naar kamp Vught, waar op 12 februari 1943 de student Gerardus Cornelis Beerling overleed. De overlevenden werden door de Duitsers naar Duitsland overgebracht en sommigen herkregen na twee maanden hun vrijheid.

In het Algemeen Politieblad van 24 augustus 1944 werd door de korpschef van de Gemeentepolitie te Wageningen, namens de SD te Arnhem, de aanhouding gelast van Martinus Mebius. Hij werd verdacht van falsificaties in dienstbetrekking. Mebius verdween spoorslags en werd niet gearresteerd.

Herdenking

Als blijvende herinnering aan deze verzetsdaad werd een gedenksteen aangebracht op de plaats waar in 1943 het bevolkingsregister werd bewaard. A. van Dienst nam het initiatief voor de officiële onthulling op 5 januari 1998.

 

Dit verhaal is met toestemming overgenomen van Wageningen 1940 - 1945.

Verder lezen:


  • Oorlog

  • Tweede Wereldoorlog

  • 1900-1950

  • Wageningen

  • Arnhem e.o.

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl