In juni 2020 heeft Team Archeologie van de gemeente Zutphen een opgraving uitgevoerd in het wegcunet van een nieuw aan te leggen verbindingsweg vanaf de rondweg rond Leesten (N314) richting bedrijventerrein De Revelhorst. Op grond van eerder gedane vondsten werd een nederzetting vermoed uit de late prehistorie op een hoge kop die in de middeleeuwen Holsterkamp werd genoemd.
In de brede cunetsleuf zijn in totaal zestien bijgebouwtjes uit de ijzertijd herkend. Deze komen voor in twee clusters. Het zuidelijke cluster lijkt op grond van een 14C-datering in de late vroege-ijzertijd (zevende tot vijfde eeuw voor Chr.) gedateerd te moeten worden, het noordelijke cluster in de vroege midden-ijzertijd (vierde eeuw voor Chr.). Te midden van de zuidelijke gebouwen werd een substantieel groter bouwwerk opgegraven. Dit tweeschepige gebouw heeft zware palen gehad en mat 9,9 x 3,5 meter. Het was vermoedelijk geen woongebouw (boerderij), maar wat voor de nabijheid van een boerderij pleit is wel dat er relatief veel aardewerk, en ook wat maalsteenfragmenten werden aangetroffen.
Ook werd een kuil onderzocht die delen van meerder potten bevatte, waaronder een kaasvorm. Deze dateert uit de overgang van vroege naar late ijzertijd (ca. 500 voor Chr.). De kaasvorm behoort tot de oudste bewijzen van kaasmakerij in ‘Nederland, kaasland’. Een andere bijzondere vondst die bij de zuidelijke schurencluster werd gedaan is een ijzeren kokerbijl. Het is van dit specifieke type pas de tweede die in Nederland is gevonden.
Na de bewoning in de ijzertijd is er een archeologisch hiaat van een paar duizend jaar. Het eerste vondstmateriaal dateert pas weer uit de Karolingische Tijd (750-900 na Chr.). Mogelijk bestaat er een relatie met een van de hoeven die net iets oostelijker liggen in Leesten: Lansinck of Tjoeinck. Maar het is ook mogelijk dat er een onbekend erf in de directe omgeving op de Holsterkamp lag, dat voor de historische periode (vanaf ca. 1300) al weer verlaten is.
Bijzonder intrigerend is een bronzen ringnaald, die waarschijnlijk uit het begin van de tiende eeuw dateert. Deze ringnaald heeft namelijk een onmiskenbare Scandinavische associatie (inclusief Engeland en de regio rond Dublin). Hoe de ringnaald hier terecht is gekomen biedt natuurlijk veel ruimte voor speculatie: woonden hier Vikingen in de vroege tiende eeuw? Of is hij verloren tijdens de Vikingplunderingen rond Zutphen in 882? Of wijst de naald op handel met Scandinavië. Maar waarom worden dergelijke naalden dan niet vaker gevonden in Nederland? of worden ze wél meer gevonden maar niet herkend?
Dit verhaal is onderdeel van de Gelderse Archeologische Kroniek 2020.
Bert Fermin & MIchel Groothedde, Gemeente Zutphen, CC-BY-NC
Archeokroniek
Archeologie
Tot -3000
Zutphen
Achterhoek