Voorafgaand aan de bouw van het bedrijventerrein Harselaar Zuid werd in 2015 in opdracht van de gemeente Barneveld een opgraving uitgevoerd. Op basis van een vooronderzoek uit 2003 verwachtte men een nederzettingsterrein uit de ijzertijd aan te zullen treffen. Bovendien wees het vooronderzoek uit dat er resten uit de dertiende eeuw konden worden verwacht.
Er werden verspreid over een groot gebied zeven ijzertijderven aangetroffen. Deze bestonden uit kleine boerderijen met spiekers (opslagplekken) en een enkele waterkuil/-put en bijgebouw. Belangrijk was de aanwezigheid van veenlaagjes die bemonsterd konden worden, waardoor meer inzicht zal ontstaan in de vernatting van de Gelderse Vallei en de bewoningsmogelijkheden. Enige honderden meters verderop werd een boerderij van 35 meter lengte aangetroffen. Deze dateert uit de vroeg-Romeinse tijd en is qua bouwstijl uitzonderlijk voor de Vallei.
Belangrijk was de vondst van een viertal middeleeuwse erven die voorlopig worden gedateerd in de elfde tot dertiende eeuw. Uit historische bronnen was bekend dat hier een wildforstergoed heeft gelegen, maar het is onduidelijk wat dit precies inhield. In 1326 werd door de graaf van Gelre een aantal wildforsters aangesteld, of waarschijnlijker, bevestigd in hun reeds eerder verkregen ambt. Zij hielden toezicht op de wildstand en begeleidden de graaf op zijn jachtpartijen. Bovendien moesten zij een vergoeding voor het gebruik van de grafelijke bezittingen innen. Eén van deze wildforsters zat op Wedichem, een naam die geïdentificeerd wordt met een aan de opgraving grenzende boerderij. Er was zelfs sprake van een Klein en Groot Wedinchem, waar twee wildforsters woonden.
Er werden twee boerderijen uit de elfde en twaalfde eeuw gevonden, evenals twee 28 meter lange boerderijen met waterputten en bijgebouwen uit de twaalfde tot dertiende eeuw. Het jongste erf heeft een besloten vorm, omgeven door bijgebouwen. Het erf heeft een bijzondere vorm, maar hoe bewijs je dat hier een wildforster heeft gewoond? Een belangrijke aanwijzing hiervoor zijn twee ijzeren pijlpunten waaronder een zeldzame pijlpunt die uitsluitend gebruikt werd voor de jacht op herten en zwijnen. Aangezien de graaf het jachtrecht bezat, zien we hierin een belangrijke aanwijzing dat hier inderdaad een wildforster heeft gewoond. Misschien kwam de graaf van Gelre hier zelfs op bezoek. Enkele botten van herten wijzen hier ook op.
Opvallend is dat er geen aanwijzingen zijn gevonden voor bewoning ná de veertiende eeuw. Dit kan te maken hebben met een andere bouwwijze die geen sporen achterlaat, maar ook vondsten uit deze periode lijken te ontbreken. Mogelijk lag de hoeve van een van beide wildforsters een paar honderd meter naar het westen op de plaats waar het latere Wencum stond. Het is aannemelijk dat dit leengoed in de zeventiende eeuw overgegaan is naar een familie die elders verbleef. Door huwelijk kwam het bezit in 1614 namelijk in handen van Johan Ploos van Amstel, heer van groot en klein Wencum en lid van de Staten van Utrecht.
Bron:
Peter Schut, Darinka Thijs, Gelderse Archeologische Kroniek, 2016., CC-BY-SA
Archeokroniek
Archeologie
-3000-500
Barneveld
Veluwe
De Gelderse Archaeologische Stichting is sinds 1930 het archeologis…
De provinciaal-historische Vereniging Gelre beoogt sinds haar opric…