In de zestiende eeuw zijn de huizen in Nijkerk nog grotendeels van hout, met lemen vloeren. De daken zijn voornamelijk van stro. Voortdurend dreigt het gevaar van brand. De grootste stadsbrand woedt in 1540: het centrum wordt vrijwel geheel in as gelegd en de kerk brandt uit. Het blussen van de brand gebeurt met water in leren emmers, wat te langzaam gaat om het vuur te bedwingen.
De stadsbranden vormen de reden om huizen van ander materiaal te gaan bouwen. Verschillende steden gaan over tot het stimuleren van huizenbouw met stenen.
Uit de beginperiode van stenen huizen dateren bijzondere haardstenen. Deze stenen worden rijk versierd en staan opgestapeld achter de haardvuren, om te voorkomen dat het vuur brand veroorzaakt. Sommige stenen die in Museum Nijkerk staan, zijn nog steeds zwartgeblakerd.
Leestip:
Museum Nijkerk, CC-BY-NC