Het gebied van de Heren van Groesbeek heet de Heerlijkheid Groesbeek. In een heerlijkheid heeft de heer allerlei rechten. Bijvoorbeeld het recht om belastingen te innen, het recht om te jagen, te straffen en tol te heffen.
De Heerlijkheid Groesbeek is in de late middeleeuwen omgeven door het Nederrijkswald. In de bossen en op de heidevelden scharrelen varkens en schapen. Aan de randen van het bos, kappen enkele boeren bomen. Op een andere plek wordt de heide omgeploegd. Deze boeren hebben van de adellijke landheer het recht gekregen om land te ontginnen. Zo kan er meer voedsel worden verbouwd. Dat is nodig omdat de bevolking groeit en er op allerlei plaatsen steden ontstaan.
De ontgonnen grond blijft van de landheer en de boeren betalen hem met een deel van de opbrengst. Zo’n deel wordt 'tiend' genoemd. Je raadt al dat het gaat om een tiende deel van de opbrengst. De boeren dringen steeds dieper het bos- en heidegebied binnen. Zo ontstaat na 1300 het wegdorp Breedeweg. Ook langs de Cranenburgsestraat, in het dorpscentrum en bij De Plak op De Horst vestigen zich ontginners. Het gaat om flinke lappen grond. Tussen 1315 en 1343 ontgint men meer dan 430 hectare bos en heide. Dat zijn ruim zeshonderd voetbalvelden.
Bronnen en verder lezen:
De foto bovenaan het artikel komt uit: Bert Thissen en Chris Peeters, bijlage bij A. Bosch en J.Schmiermann (red), Van Gronspech tot Groesbeek. Fragmenten uit een lokaal verleden 1040-1940 (Groesbeek 1991).
Dit is een venster uit de Canon van Groesbeek. Klik hier om het volgende venster te lezen.
Vereniging Heemkundekring Groesbeek, CC-BY-NC
Groesbeek
Streekgeschiedenis
1000-1500
Berg en Dal
Rijk van Nijmegen