Dora Janssen kan het niet meer aanhoren. De losgebroken koeien loeien aan een stuk door. Ze zijn al dagen niet gemolken. Het is te gevaarlijk om de schuilkelder te verlaten. Als het even wat rustiger lijkt, pakt Dora een emmer en gaat de keldertrap op naar boven.
Een groot deel van de boerderij ligt in puin. Gesneuvelde Amerikaanse en Duitse soldaten liggen overal verspreid. Net als ze een koe wil melken, hoort ze het kreunen van een zwaargewonde soldaat. Ze wil hulp uit de kelder halen, maar het granaatvuur barst weer los.
Na de luchtlandingen op 17 september ligt Groesbeek in de vuurlinie tussen geallieerde en Duitse troepen. Eind september wordt de toestand onhoudbaar. De burgemeester verplicht iedereen het dorp op 2 oktober 1944 te verlaten. De laatste nacht voor het vertrek is de ergste. Ruim vijfduizend granaten vallen op Groesbeek. Met een wit laken aan een stok kruipen de mensen uit de schuilkelders.
Een troosteloze stoet verlaat het dorp op weg naar Heumen en Wijchen. Dan gaat het verder. Sommigen tot in België toe. De mensen op De Horst worden door de Duitsers via Kleef weggevoerd. Zij gaan naar de bezette Achterhoek en naar Groningen en Friesland. Groesbeek wordt een spookdorp. In maart 1945 keren de eerste evacués terug. Ze treffen een verwoest dorp aan.
Dit is een venster uit de Canon van Groesbeek. Lees het volgende venster hier.
Bronnen en verder lezen:
Vereniging Heemkunde Groesbeek, CC-BY-NC
Groesbeek
Oorlog
Tweede Wereldoorlog
1900-1950
Berg en Dal
Rijk van Nijmegen