Op 1 september 1909 ging de allereerste Vierdaagse van start, dankzij inspanningen van de in 1908 opgerichte 'Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding'. Tot de editie van 1925 konden deelnemers ook in twaalf andere plaatsen starten. Vanaf 1925 werd Nijmegen de enige startplek en dat is tot de dag van vandaag gebleven. In de beginjaren was de Vierdaagse vooral bedoeld voor militairen; tegenwoordig zijn burgers de grootste groep onder de deelnemers, naast de duizenden militairen.
In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog liepen diverse ‘foute’ groeperingen mee. Er werd geprobeerd hier tegen op te treden, maar ze schreven zich onder een andere naam in en liepen toch mee. Zo liep in 1938 een regiment van de Hitlerjugend – met hakenkruis opgespeld! – mee onder de naam Deutsche Reichsjugend. Ook de Weerbaarheidsafdeling van de NSB liep ondanks een verbod mee in 1938 en 1939, onder de naam van ‘wandelverenigingen’ Nooit Staan Blijven en Weest Allen Paraat.
Vanwege de Duitse bezetting en alle daarmee gepaard gaande ontberingen en vernielingen, werd in eerste instantie besloten de Vierdaagse dat jaar niet te organiseren. De krant Het Vaderland: staat-en letterkundig nieuwsblad meldt op 5 maart dat er in 1940 geen Vierdaagse zal zijn: 'den internationalen toestand en de daaruit voortvloeiende militaire maatregelen in eigen land [..] zijn dit jaar dermate groot en veelsoortig, dat een eenigszins bevredigende oplossing niet zal kunnen worden gevonden.’.
Voor het Nijmeegsch Wandelverbond, dat de steun genoot van marsleider majoor J.N. Breunese, was dit echter niet te verkroppen. Het besloot op 15,16,17 en 18 augustus tóch een vierdaagse wandeltocht in de omgeving van Nijmegen te organiseren: de Noodvierdaagse.
Anders dan normaal werden de afstanden ditmaal ’s avonds afgelegd – behalve de Noodvierdaagse is hier dus ook de Avondvierdaagse ontstaan. Er was wel meer ‘anders dan anders’: er waren bijvoorbeeld noodmedailles en herinneringskruisjes geregeld. Verder verschilde de af te leggen afstand bij deze editie per dag: 15, 20, 25 en ten slotte 30 kilometer. Op de eerste drie dagen liepen circa 1200 deelnemers mee. Op de laatste dag liepen 2000 mensen mee, er kwamen namelijk enkele honderden mensen uit Rotterdam en Tilburg over. Zij hadden toestemming gekregen om de eerste drie dagen in de omgeving van hun thuisstad te lopen. Het slotdefilé vond voor tienduizend toeschouwers plaats in het Goffertstadion, tegelijk met een sportdag voor het goede doel. Een waardig slot van de Noodvierdaagse!
Verder lezen:
Elmar van de Ree, CC-BY-SA