De Zuiderzeetram verbond Hattemerbroek en Nunspeet via Elburg met elkaar. Een zijtak legde een verbinding tussen Wezep en De Zande (Overijssel). De Zuiderzeetram reed slecht enkele jaren, namelijk van 1908 tot 1931.
Toen in 1864 de spoorlijn Utrecht – Zwolle – Kampen gereed was, betekende dit een grote vooruitgang voor de Noord Veluwe. Echter, er waren nog enkele plaatsen op de Noord Veluwe zonder spoorvervoer, zoals Doornspijk, Elburg, Oldebroek en gedeeltelijk Wezep. Vooraanstaande burgers en genoemde gemeenten kregen in 1907 concessie voor de aanleg van de Zuiderzeetramlijn. Als voorwaarde werd gesteld dat de verbinding moest worden aangelegd tussen de lijn Hattem – Kampen van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM).
Op 2 mei 1908 werd de tramlijn Zwolle – Elburg – Nunspeet feestelijk in gebruik genomen. De verbinding met Kampen werd op 6 oktober 1914 geopend. Deze takte bij Wezep af van de Zuiderzeestraatweg en ging langs de Kamperstraatweg richting De Zande. Daar takte de tramlijn aan op de HIJSM lokaallijn Hattem – Kampen Zuid. Vanuit Zwolle vertrokken trams via de spoorlijn van de Nederlandsche Centraal-Spoorweg-Maatschappij (NCS) over de IJsselbrug. Ter hoogte van Station Hattemerbroek (alleen het voormalige stations koffiehuis aldaar herinnert er nog aan) takte de lijn naar rechtsaf richting Zuiderzeestraatweg. Na Hattemerbroek werd Wezep bereikt. Daarna reed de tram via Oldebroek naar Elburg, het middelpunt van de Zuiderzeetram. Na Doornspijk kwam de tram aan in Nunspeet.
Even voorbij Wezep bevond zich ter hoogte van landgoed IJsselvliedt een wisselplaats. Bij het vernieuwen van de uitrit van IJsselvliedt werd zowaar een biels van de tramlijn opgegraven. Richting Oldebroek stond de Coöperatieve Zuivelfabriek Kamperveen. Daar bevond zich een draaischijf in de lijn, zodat goederenwagens via een haaks spoor dwars over de Zuiderzeestraatweg naar de fabriek geduwd konden worden. Met mankracht wel te verstaan. Deze plaats is nog goed te herkennen. In de berm bevindt zich duidelijk een verbreding en de sloot is omgelegd.
In Elburg zijn personeelswoningen gebouwd, de zgn. tramhuisjes. Deze kleine woningen zijn nog immer aanwezig. In Nunspeet takte de lijn vanaf de Zuiderzeestraatweg linksaf de huidige F.A. Molijnlaan in. Op de hoek bevond zich de verffabriek Veluvine, welke van een spooraansluiting was voorzien. Langs de F.A. Molijnlaan werd het station Nunspeet NCS bereikt, gelegen aan de lijn Zwolle – Utrecht. Het tramstation lag evenwijdig aan het NCS station. Hier bevond zich een verbinding tussen tram en treinspoor.
Helaas heeft de Zuiderzeetram maar kort gereden omdat ze te laat is aangelegd. De bloeitijd van de stoomtram in Nederland was reeds op haar retour. Te snel kreeg de Zuiderzeetram last van de concurrentie van de vrachtauto en bus. Zeker toen de IJsselbrug bij Zwolle gereed kwam en het Katerveer verving, konden de autobussen gemakkelijk Zwolle bereiken en was het lot van de Zuiderzeetram eigenlijk beschoren. Op 31 augustus 1931 reed de allerlaatste tram. Onmiddellijk daarna werden de rails opgebroken, zodat de Zuiderzeestraat opnieuw kon worden bestraat en verbreed.
Henk Rijkens
Landschap
1900-1950
Nunspeet
Oldebroek
Elburg
Hattem
Veluwe