In Wageningen liggen vlak bij elkaar twee mooie botanische tuinen die tot de tweede helft van de twintigste eeuw een belangrijke rol hebben gespeeld bij het onderwijs aan de Rijkslandbouwschool te Wageningen: De Dreijen en Belmonte.
In de eerste helft van de negentiende eeuw komt er aandacht voor de wetenschappelijke basis en technologie van land-, bos-, en tuinbouw. In 1896 opent de Rijkstuinbouwschool met een proeftuin haar deuren als de eerste door de overheid betaalde tuinbouwopleiding in Nederland. De proef en onderwijstuinen zijn in totaal bijna vijf hectare groot.
De school geeft landschaps- en tuinarchitect Leonard Springer de opdracht om een tuin te ontwerpen. Deze was klaar in 1895. “Hier zullen de leerlingen tevens onderwezen worden in het onderhouden van parken en buitenplaatsen, in het behandelen van bomen en struiken, om ze in hun ware schoonheid te zien, waartoe op kweekerijen nooit of zelden gelegenheid is’, schreef hij in het Tijdschrift voor Tuinbouw in 1876.
In Ierland is in die tijd grote hongersnood door een aardappelplantenziekte. Er komt meer interesse in plantenziekten. De broers Ritzema, Bos en Hugo de Vries gaan hiermee aan de slag. Zij zijn zeer belangrijk geweest in het universitair onderzoek hiernaar. Ritzema komt in 1906 in dienst van de Rijkslandbouwschool en geeft daar leiding aan deskundigen van plantenziekten. Aan het eind van de negentiende worden laboratoria belangrijker dan botanische tuinen voor onderzoek, ze verliezen voor een deel hun functie.
Door gebrek aan brandstof gaat in de Tweede Wereldoorlog een flink deel van de tropische collectie verloren. Doordat Wageningen vanaf 1944 in de frontlinie ligt, ontstaat er veel schade
Bij de wederopbouw van de tuin wordt besloten de tuin flink uit te breiden. In 1951 wordt voor 75.000 gulden het zwaar beschadigde landgoed ‘Belmonte’ gekocht. Een aantal bomen en struiken van De Dreijen worden met paard en wagen hiernaartoe verhuisd
Ondertussen werken kwekers en botanici steeds meer samen. Bij het 75-jarig bestaan van de botanische tuinen in 1971 zijn er zestien medewerkers om de collectie van zesduizend soorten te verzorgen.
Inmiddels is de functie voor het academisch onderwijs van beide tuinen bijna geheel verdwenen. Sinds 2001 zij beide tuinen officieel een museum. De voormalige Dreijentuin is in beheer genomen door de Stichting Het Depot en hier wordt ook moderne beeldhouwkunst tentoongesteld. Voor het Belmonte is in 2012 een Stichting opgezet die de tuin nu beheert.
Bronnen en verder lezen:
Olga Spekman, CC-BY-NC