De missionarissen van de congregatie Mill Hill kopen op 29 augustus 1919 het landgoed 'Vrijland' in Schaarsbergen, toen 45 hectare groot. De notariële akte noemt het bedrag van 72.500,- gulden (naar huidige waarde zo'n 1,2 miljoen euro). De congregatie van Mill Hill wil er 'een opleidings- en rustoord voor oude en invalide missionarissen' van maken. Op 20 november 1920 arriveren de eerste kandidaten in opleiding op Vrijland voor de start van hun ongeveer vijf jaar durende opleiding.
In 1924 werd er begonnen met de bouw van een Broederhuis. Het broederhuis diende zowel als een opleidingscentrum en een tehuis voor bejaarde fathers. Het landhuis werd al al snel te klein waardoor men in 1934 genoodzaakt was een grotere vleugel aan het landhuis te maken dat nu bekend staat als 'Oud Vrijland'. In 1928 wordt gestart met de bouw van de monumentale boerderij St. Joseph. De fraaie kapel wordt in 1931 gebouwd en eveneens geheel in eigen beheer uitgevoerd.
De missionarissen boerden op de schrale bouw- en weilanden tussen de houtlanen in. Rijdend op de Deelense weg richting Museum Deelen zijn deze weilanden nog steeds zichtbaar. Op Vrijland kon men zich in verschillende vakken bekwamen. Zo was er een smidse, bakkerij, timmerwerkplaats, schoenmakerij, kleermakerij, washuis en zelfs een fokkerij voor zilvervossen.
In 1939 tijdens de mobilisatie worden al Nederlandse soldaten ingekwartierd op Vrijland. Na de Duitse inval probeert ingenieur J.K. Groenewolt en de van origine duitse father Wieschermann om Duitse overname te voorkomen door Vrijland aan te merken als een belangrijk Landbouw Proefstation. De Duitse bezetters gaan hier echter niet mee akkoord en per oudejaarsdag 1940 wordt het landgoed echter opgeëist en men krijgt 10 dagen de tijd voor ontruiming.
De Duitse luchtmacht breidde het vliegveldje Kemperheide uit tot 'Fliegerhorst Deelen' waarbij Vrijland werd omgevormd tot een technisch complex 'Werft' genaamd. Het nieuwere gebouw ('nieuw Vrijland') werd de gevangenis. De kerk werd een bioscoopzaal en de onderkomens van de congregatie werden in gebruik genomen door de 'Fliegerhorstkommandantur'.
Na de oorlog kwamen de missionarissen van Mill Hill terug maar verkochten het uiteindelijk in 1956 aan het Ministerie van Defensie. Eerst diende het als staf van de Eerste Divisie '7 December. Later zijn er de staven van Elfde Pantserinfanteriebrigade en 101e Veldartillerie bijgekomen. Tegenwoordig heeft de staf van de luchtmobiele brigade van de Oranje Kazerne er zijn onderkomen.
Museum Vliegbasis Deelen, CC-BY-NC
Streekgeschiedenis
1900-1950
Ede
Veluwe