Rumor has it

Gifgas op Fliegerhorst Deelen, 16 februari 1944

In times of war zijn de plannen en volgende stappen van de vijand grotendeels giswerk. Spionage- en verzetsgroepen in bezet Nederland werken vanaf 1943 nauw samen met de Engelse inlichtingendienst. Gecodeerde berichten via radioverbindingen in rokerige ruimtes en agenten ter plaatse houden beide landen zo goed mogelijk op de hoogte van datgene wat gebeurd is, en wat mogelijkerwijs gebeuren zal. Zekerheid is er nooit; je kunt je enkel zo goed mogelijk voorbereiden en hopen dat je de kwaadaardigheid en het kunnen van je tegenstander niet onderschat.

Zo komt op 16 februari 1944 het bericht bij de Engelsen binnen dat op vliegbasis Deelen in allerijl grote betonnen stortplaatsen en tankinstallaties gebouwd zijn. De informatie is afkomstig van een Arnhemse dwangarbeider die hier in het geheim aan heeft moeten meewerken. Wie deze man was en wat hij geriskeerd heeft om deze informatie te delen, zullen wij nooit weten.

De stortplaatsen op Deelen zijn gevuld met een vloeistof die zeer gevaarlijk zou zijn. In het holst van de nacht is deze aangeleverd in zwaar bewapende treinen via het “Bommenlijntje”. Gedempte stemmen gaven bevelen aan mannen in speciale pakken; de mysterieuze vloeistof zou immers de huid aantasten. De Duitsers zijn er geheimzinnig over en er wordt beweerd dat het te maken heeft met de Duitse represaille waar ze al enige tijd over lopen te pochen. Volgens latere geruchten zou het om gifgas gaan.

Enkele dagen later arriveren bommenwerpers, jachtvliegtuigen, bedieningswagens en een grote hoeveelheid grondpersoneel op Deelen. Rechtstreeks uit Duitsland. Het kenteken van de bedieningswagens is een afbeelding van de kaart van Engeland en Ierland, met daarop een vallende bom. De Duitse vergelding zal groots en verschrikkelijk zijn.

Dit verhaal is opgetekend voor Tentstock en is gebaseerd op informatie uit het archief van de militaire inlichtingendienst 1940-1945, raadpleegbaar in het Gelders Archief, toegang 1557 - 350.