Ludo Rothuizen (1944) was nog geen jaar oud toen Arnhem werd geëvacueerd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog keerde het gezin terug. Ludo voer weleens op de plezierboot naar recreatiegebied de Westerbouwing en passeerde daarbij de Defensiehaven. Het werd snel duidelijk dat de oorlogsdreiging nog niet voorbij was.
“Ik kom uit een gezin van acht personen. Wij woonden op de Grote Markt in Arnhem. In de oorlogsjaren ging de markt in vlammen op, zo ook de zaak van mijn ouders. Heel Arnhem moest vluchten. Zelf was ik toen nog geen jaar. We kwamen in Gaanderen terecht en daarna keerden we terug naar Arnhem. Eerst woonden we aan de Bronbeeklaan, dat was het huis van mijn opa. In 1953 kwamen we opnieuw op de Grote Markt te wonen.
We speelden op de markt, tussen de puinhopen aan de overkant waar eerst het Paleis van Justitie stond. Daar waren ruïnes en dat was spannend voor kinderen. Ook de Rijnkade had zichtbare sporen van de oorlog. Als ik naar school ging, dat was in de Vijfzinnenstraat, fietste ik langs de oude haven. Die was voor een deel volgegooid met puin uit de binnenstad en er lagen scheepswrakken. Voor een kind was dat heel spannend.
Ik kan mij nog herinneren dat toen wij weer op de markt woonden, er geoefend werd met zoeklichten. Dan stonden er grote schijnwerpers op de markt opgesteld en die schenen dan de lucht in. Vliegtuigen moesten dan in het kruis van de lichten gevangen worden. Dat had allemaal te maken met de Koude Oorlog. Toen ik verkering kreeg met mijn toen aanstaande vrouw en we een huis wilden kopen, zei mijn vader: “Niet doen. Als er oorlog komt, ben je het zo weer kwijt.” Hij had er totaal geen vertrouwen in dat het vrede zou blijven en hamsterde daarom ook levensmiddelen en tabakswaar.
Op de plezierboot naar de Westerbouwing kwam je langs de Defensiehaven. Dan zag je die lange muur en de patrouilleboten. Ze hielden ons in de gaten en wij werden gewaarschuwd dat het verboden was om foto’s te maken. Er waren op een dag mensen die dat toch deden en dat hadden ze gezien. Er kwam een patrouilleboot naar ons toe en ze kwamen aan boord. Het fotorolletje werd in beslag genomen. Als jongen van negen jaar oud vond ik dat heel bijzonder.
Mijn vader was van de Defensiehaven op de hoogte, hij interesseerde zich sterk voor dat soort projecten. Vanaf de boot hadden we allemaal een lange grijskleurige wal gezien en er werd verteld dat het de Rijn af kon sluiten. En dan krijg je overstroming, hé?! Dat was het verhaal wat erbij hoorde.
De wereld is natuurlijk heel erg veranderd. Geheimen voor elkaar zijn er nauwelijks door de huidige technologie. Als je dat vergelijkt met vroeger, lijkt wat we toen deden een beetje padvinderswerk. Maar in die tijd was het doodserieus. Er was een heel reële dreiging dat het opnieuw tot oorlog zou komen.”
Dit verhaal over Ludo Rothuizen is geschreven door Kees Huntink, op basis van een interview door Kees Huntink in het kader van een oral history project over de Defensiehaven, voor de gemeente Arnhem in 2020. De Defensiehaven was onderdeel van de IJssellinie: een verdedigingswerk dat tot haar opheffing in de jaren 1960 en daarna zo veel mogelijk geheim werd gehouden. Op 6 mei 2021 ging de documentaire 'Geheim aan de Rijn: verhalen over de Defensiehaven' in première. Benieuwd? Kijk 'm op YouTube door hier te klikken.
De verhalen over de Koude Oorlog in Gelderland zijn ook gebundeld in een magazine. Belangstellenden kunnen het magazine bestellen bij Werkgroep Oral History Gelderland, Jan van de Lagemaat. Het kost € 12,50 (€ 16,50 inclusief verzendkosten) via e-mail: werkgroeporalhistorygelderland@gmail.com.
Kees Huntink, CC-BY