In een veld in de buurt van Arnhem stort een Engels landingsvliegtuig spiraalsgewijs ter aarde. Getroffen door een FLAK, het populairste artilleriestuk uit die tijd. De zware Duitse FLAK die op vliegveld Deelen gestationeerd staan hebben al enkele maanden de opdracht zoveel mogelijk te schieten, ongeacht de aanwezigheid van eigen jagers in het luchtruim boven bos en hei.
Terwijl het rokende vliegtuig uit zicht verdwijnt proberen de inzittenden zich met parachutes in veiligheid te brengen. De uitbloeiende struikhei zorgt voor paarse streken in het landschap, maar Piet heeft geen oog voor natuurschoon. Piet Veldhoven, een Rode Kruissoldaat, rent naar de plek waar één van de bemanningsleden, de Engelse Richard Eastman, zwaar gewond is neergekomen. Piet knielt neer, prevelt woorden die Richard niet verstaat en verbindt het bleke lijf met de middelen die hij bij zich heeft.
Het doffe geluid van laarzen op zand doet hem opkijken. Twee hoogblonde mannen van de Nederlandse SS komen aangerend en gebieden Piet in zijn moedertaal opzij te gaan zodat ze de Engelsman kunnen arresteren. Piet toont met één hand in de lucht zijn Rode Kruis legitimatiebewijs. Hij staat erop dat Richard eerst naar een arts moet, pleit voor begrip. Wij begrijpen elkaar toch?
De Nederlanders kijken elkaar aan en geven Piet een uur de tijd om terug te komen met een arts. Piet rent met een klemmend gevoel in zijn borst de hei af. Binnen het uur is hij terug, hijgend, met dokter Kerkwijk in zijn kielzog. Richard Eastman ligt dood op de grond, een schot dwars door het hoofd, van kin tot kruin. De Nederlandse SS’ers zijn spoorloos, de afdrukken van hun laarzen in de bremstruiken al lang verdwenen.
Dit verhaal is opgetekend voor Tentstock en is gebaseerd op informatie uit het archief van de militaire inlichtingendienst 1940-1945, raadpleegbaar in het Gelders Archief, toegang 1557 - 350.
Lola Boerwinkel
Oorlog
Tweede Wereldoorlog
1900-1950
Arnhem
Arnhem e.o.