Hoe ontstonden de eerste weeshuizen in Gelderland?

Opkomst van de burgerweeshuizen

In de zestiende eeuw, een periode van oorlog, honger en pest, stijgt het aantal hulpbehoevenden enorm, waaronder veel verweesde kinderen. Voor zover bekend ontstond het eerste weeshuis in Utrecht rond 1491. In Gelderland zijn burgerweeshuizen uit deze periode onder andere bekend in Harderwijk (1554), Nijmegen (1554), Tiel (1563), Zaltbommel (1590) en Zutphen (1564).

Zorg voor wezen

Vaak komen ouderloze kinderen onder de hoede van familieleden. Vanaf hun achtste jaar kunnen zij al tewerkgesteld worden. Halfwezen, verlaten wezen en kinderen die niet tot de ‘eerlijke armen’ worden gerekend, trekken bij werkloosheid vaak bedelend door de stad of worden in grotere steden opgenomen in een armenweeshuis. In de loop van de zestiende en zeventiende eeuw verbieden sommige steden het bedelen zelfs volledig.

Een kleine groep kinderen heeft meer geluk en krijgt een relatief goed verzorgde jeugd in een burgerweeshuis. De meeste burgerweeshuizen worden gesticht met een startkapitaal uit een gift of nalatenschap. Zo wordt het weeshuis in Harderwijk mogelijk gemaakt door een gift van priester Johan van Speulde van 740 gulden. De opvangcapaciteit is vaak beperkt: Harderwijk biedt bijvoorbeeld plaats aan 15 wezen, en in Nijmegen worden slechts zes ‘knechtkens’ en zes ‘meiskens’ opgenomen.

Toelatingseisen

Burgerweeshuizen nemen meestal alleen kinderen op van erkende burgers van de stad. Daarnaast gelden vaak aanvullende voorwaarden, zoals dat de kinderen uit een wettig huwelijk moeten voortkomen en dat hun ouders jarenlang lid geweest moeten zijn van een kerkgemeenschap. De goederen die de ouders nalaten, komen vaak toe aan het weeshuis.

Kinderen met een beperking

Kinderen met een lichamelijke of verstandelijke beperking worden over het algemeen niet toegelaten in burgerweeshuizen, omdat zij levenslange zorg nodig hebben en daardoor een plek bezet zouden houden die bedoeld is voor nieuwe wezen. Als familie de zorg niet op zich kan nemen, worden deze kinderen vaak opgevangen door kloosters. Later ontstaan ook gasthuizen waar zij terecht kunnen.

Gevolgen van de Reformatie

De Reformatie is een belangrijke aanjager voor de oprichting van burgerweeshuizen. Veel kloostergebouwen komen leeg te staan doordat zij verplicht worden opgeheven, en deze gebouwen worden vervolgens omgebouwd tot weeshuizen. Zo wordt in 1555 in Harderwijk op het terrein van het voormalige Minderbroedersklooster een weeshuis gesticht. In 1637 wordt in Nijkerk het Catharinaklooster dankzij giften aangekocht voor de opvang van kinderen die hun ouders zijn verloren door de pest.

Geloofsstrijd en weeshuizen

Weeshuizen worden sterk beïnvloed door de geloofsstrijd. In veel steden mogen uitsluitend gereformeerde kinderen worden opgevangen. Sommige katholieke weeshuizen worden door het stadsbestuur gedwongen een gereformeerde opvoeding te bieden, zoals in Nijmegen vanaf 1592. Als reactie hierop wordt daar in 1638 een tweede weeshuis opgericht voor wezen die niet aan deze toelatingseis voldoen, zoals de kinderen van militairen die in Nijmegen gelegerd zijn.

Opvoeding en verzorging

Het leven in een weeshuis ziet er in vrijwel alle steden hetzelfde uit. Jongens en meisjes verblijven op aparte afdelingen, onder toezicht van een binnenvader en binnenmoeder. De wezen dragen een uniform en krijgen drie maaltijden per dag.

Naast opvoeding en verzorging ontvangen de kinderen onderwijs, zodat zij later in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Het dagschema is strak: school (rekenen, schrijven en het lezen van de Bijbel), huishoudelijke taken en een ambachtelijke opleiding. Jongens leren bijvoorbeeld het vak van kleermaker, mandenmaker, schoenmaker of werken in de textielindustrie. Meisjes worden opgeleid voor werk in de keuken, de naaikamer of de schoonmaak.

Na hun achttiende jaar verlaten de wezen het tehuis, waarbij de regenten beslissen over hun uiteindelijke werkplek. In de loop der tijd veranderen de opvoedingsambities, waardoor kinderen soms tot hun vijfentwintigste in het weeshuis mogen blijven. Dit leidt echter soms tot problemen, zoals opvoedingsconflicten en zwangerschappen.

Wezen op het platteland

In dorpen en andere plaatsen zonder weeshuis worden wezen zo veel mogelijk ondergebracht bij familie. Wanneer geld een probleem vormt, kunnen armenfondsen ondersteuning bieden. Als niemand de zorg op zich kan of wil nemen, wordt gezocht naar een alternatieve oplossing.

Een gebruikelijke methode is de ‘uitbesteding’ van wezen. Dit gebeurt vaak bij afslag: het kind wordt aan het publiek getoond en gaat uiteindelijk mee met degene die het minst vraagt voor de opvoeding.

Het Elisabeth Weeshuis in Culemborg toont online een mooi overzicht van de (voormalige) weeshuizen in Nederland.

Bronnen

  • Het weeshuis van Culemborg (1560-1952) – Machiel Bosman, uitgeverij Athenaeum, 2005.
  • Weeshuizen in Nederland, de wisselende gestalten van een weldadig instituut – I. van der Vlis, Walburg Pers, 2002.

Meer informatie


Rechten

Olga Spekman, CC-BY

  • Kinderen

  • Onderwijs

  • Zorg

  • 1500-1600

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl