
Nederlanders hebben iets met water. Het houdt ons al eeuwenlang bezig. De Elburgers weten er alles van. Elburg ligt in de provincie Gelderland. Het is het bovenste stukje van de Veluwe. Ooit lag Elburg aan de Zuiderzee. De zee was voor hen een belangrijke bron van voedsel, maar vormde ook een bedreiging. De oude burcht die men in de 11e eeuw had gebouwd, was niet veilig genoeg als het stormde. Na de orkaan van 1362 en de watervloed van 1367 werd een belangrijke beslissing genomen:
"En nu is het genoeg, wij willen verhuizen!"
Aan het einde van de 14e eeuw is Elburg in zijn geheel verplaatst. Dat deden ze omdat ze last hadden van het zeewater. Als het stormde, sloegen de hoge golven grote stukken land weg. Vaak verdronken er mensen en dieren. De Elburgers wilden niet nog meer mensen, vee en land verliezen. En dus gaf Willem van Gulick, de hertog van Gelre, zijn rentmeester, Arend Thoe Boecop, de volgende opdracht: "Wij willen, dat sy onse stat versetten sullen op een andere stede." Je begrijpt het al: de stad moest verplaatst worden. Ze besloten om een stukje verderop een nieuwe stad te bouwen. Veilig voor de woeste zee, althans, dat dachten ze. Hiervoor werd een geheel nieuw plan gemaakt.
Nou is zo'n verhuizing natuurlijk nogal duur.
In die tijd werd in deze stad veel gehandeld. Al in het begin van de 13e eeuw had het stadsrechten gekregen. Dat betekende dat de bevolking niet meer in dienst was van de landsheer, maar dat ze vrij was. Ook mochten ze zonder te betalen over bruggen en door havens gaan. Ze kregen eveneens toestemming om jaarlijks een grote markt te houden. Door dit alles groeide de handel in het plaatsje enorm. In de 14e eeuw sloot Elburg zich aan bij andere handelsplaatsen en werd een Hanzestad. Dankzij de goede inkomsten was zo'n dure verhuizing mogelijk.
Rentmeester Arend Thoe Boecop bouwde een stad met een rechthoekige plattegrond (als een soort dambord). Dat was heel bijzonder voor die tijd. Geen enkele andere stad had zo'n aparte plattegrond. Hoe kwam Boecop op het idee? Er wordt wel gedacht dat Elburg ooit een grenspost van de Romeinen was. Dat zou mogelijk deze keuze verklaren. Een Romeins legerkamp (een castellum) was namelijk rechthoekig van vorm. Ook dat was volgens een dambordpatroon ingericht. Het is echter nooit bewezen dat de Romeinen ooit echt in Elburg verbleven. De vraag blijft onbeantwoord!
De nieuwe stad werd in vier jaar gebouwd. Dat was hard werken. In 1396 wilde de hertog van Gelre wel eens zien wat er van de grootse plannen terecht was gekomen. Hij kondigde dus een officieel bezoek aan. Dat bracht Elburg in rep en roer, want de bouw was nog niet helemaal klaar. Met hulp van de bewoners uit omliggende dorpen waren ze net op tijd klaar. In het najaar van 1396 kon graaf Willem van Gulick het nieuwe Elburg bewonderen.
Eén ding ontbrak echter: een kerk. De oude kerk was buiten de muren komen te staan. Pas in 1397 gaf de bisschop toestemming om een nieuwe kerk te bouwen. Meestal is een stad rondom een kerk gebouwd en staat deze dus in het centrum. In Elburg staat de kerk in de hoek. Alleen daar was nog ruimte op het moment dat de kerk verplaatst mocht worden.
De nieuwe stad Elburg kreeg een opvallende plattegrond, maar dat was niet alles. Het was ook een degelijke vesting geworden. En hoe maak je van een stad een vesting? Je bouwt muren om de hele stad. De Elburgers bouwden een muur met vier poorten, maar liefst twintig muurtorens (rondelen) en vier hoektorens. Buiten de muren werd ook nog een gracht gegraven. Later bouwde men aan de zeekant nog een verdedigingstoren: de Visscherstoren.
De bewoners waren lange tijd beschermd tegen het water. Ook de stormram en pijlen van de vijand konden hen niet raken. Later kwamen er andere wapens en toen bleek de vesting nog niet sterk genoeg. Hoe kon je nu voorkomen dat ijzeren kogels, die door zware kanonnen de lucht in werden geslingerd, de vesting zouden schaden? De vijand op grote afstand houden leek de beste oplossing. Dus werd een brede aarden wal buiten de gracht opgeworpen. Daarbuiten werd een tweede gracht gegraven. Het bleek een succesvolle oplossing.
De vesting Elburg doorstond vele aanvallen. Slechts een enkele keer moesten de Elburgers zich overgeven aan de vijand, soms omdat een kwaadwillige inwoner de vijand een handje had geholpen. Tegen de mens als vijand had men zich dus goed beschermd. Het water bleef echter altijd een gevaar. De grote watervloed uit 1570 veroorzaakte grote schade. Ook enkele grote stormen uit de 17e en 18e eeuw bezorgden veel overlast. Er verdronken zelden nog mensen in het stadje, die waren veilig binnen de muren. Het vee buiten de muren werd zo nu en dan wel door de zee verzwolgen. Ook kwamen er vaak schepen op de Zuiderzee in gevaar. Vele schippers zijn nooit meer teruggekomen van een dag vissen. Ook in de 19e eeuw was Elburg zo nu en dan geheel door water omgeven omdat een dijk was doorgebroken. Het stadje was dan alleen per boot te bereiken.
De mensen van toen zouden zich nu het haar uit het hoofd trekken. Weet je waarom? Omdat het verplaatsen van de stad eigenlijk niet had gehoeven. Ze hadden gewoon een paar eeuwen eerder de Afsluitdijk moeten bouwen!
Al in 1667 bedacht een zekere Hendric Stevin een plan om de Zuiderzee af te dammen. Ook toen al wilde hij grote delen inpolderen. Het plan stuitte toen echter op technische problemen. Ze wisten niet hoe ze in een grote oppervlakte stromend water een dijk moesten bouwen. Cornelis Lely (1854-1929) slaagde er ruim twee eeuwen later wel in. Hij maakte een plan dat wel uitvoerbaar was. In 1918 werd de Zuiderzeewet aangenomen. Er kon begonnen worden met dit grote project. Van 1919 tot 1932 werd er gebouwd aan de 30 kilometer lange Afsluitdijk.
De Zuiderzee had opgehouden te bestaan. Vanaf dat moment waren de bewoners rond het IJsselmeer veilig. De Zuiderzee heette voortaan zo. Ook in Elburg was men veilig. Toch was er protest te horen. De Afsluitdijk had gevolgen voor de visserij. Veel bewoners van Elburg verdienden hier hun geld mee. Na 1932 moesten veel vissers ander werk zoeken. Zo zie je maar dat deze beslissing van de regering grote gevolgen had voor de mensen uit Elburg.
Ben je nieuwsgierig geworden naar Elburg? Ga er dan eens kijken. Iedere tweede zaterdag van september zijn er de Botterdagen. Veel mensen die nog een oude botter hebben, komen dan naar Elburg. Er is ook een feestelijke markt met oude ambachten. Je kunt zien hoe ze touw maken, visnetten breien en vis roken. De mensen zullen je graag alles vertellen over de botters en over de visvangst die eens zo belangrijk voor ze was.
Bekijk ook de Route Elburg - Stad vol sporen.
Erfgoed Gelderland, CC-BY
Landschap
Industrie
1000-1500
Elburg
Veluwe
Ridders van Gelre